Woordenschat

Vandaag



Woordenschat
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Vandaag



Woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden. Ook weet je het verschil tussen figuurlijke- en letterlijke uitspraken.

Slide 2 - Diapositive

Welke woordraadstrategieën ken je?

Slide 3 - Question ouverte

SYNONIEM

Een synoniem is een woord dat wat betreft betekenis (ongeveer) gelijk is aan een of meer andere woorden.

Synoniemen zijn twee of meer verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is een synoniem voor keeper volgens het filmpje?
A
Doelman
B
Doelverdediger
C
Enige die met z'n handen mag
D
Onnodige speler in het veld

Slide 6 - Quiz

OMSCHRIJVING

Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.


Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.



Slide 7 - Diapositive

OMSCHRIJVING - voorbeelden


journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant


actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 8 - Diapositive

Wat is een omschrijving voor 'ontcijferen'?
A
Ergens een cijfer voor geven
B
Ergens een onvoldoende voor geven
C
Becijferen
D
Met moeite lezen wat er staat

Slide 9 - Quiz

Wat is een omschrijving voor 'transparant'?
A
In trans zijn
B
De biervoorraad die op is
C
Doorzichtig
D
Ondoorzichtig

Slide 10 - Quiz

VOORBEELD

Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.

Door een voorbeeld in een tekst weet je meteen wat de schrijver bedoeld.


Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.



Slide 11 - Diapositive

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:

bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.


Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 12 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van 'besparing'?
A
Iets sparen , zoals voetbalplaatjes
B
Iemand sparen, iemand niet verraden
C
Minder geld uitgeven, de verwarming lager zetten
D
Veel geld uitgeven, veel kopen

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de legeronderdelen (voorbeelden) van de Nederlandse krijgsmacht?
A
De Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Marine
B
De Koninklijke Luchtmacht, de politie
C
De Koninklijke Landmacht, de Stadse Landmacht
D
De Landmacht, De Scheepse Marine

Slide 14 - Quiz

TEGENSTELLING

Tegenstelling zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.


Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.


Slide 15 - Diapositive

TEGENSTELLING - voorbeeld


goedkoop - duur

begrijpelijk - onbegrijpelijk

koud - warm


Slide 16 - Diapositive

Wat is het tegengestelde van bang?
A
Dapper
B
Verdrietig
C
Eng
D
Angstig

Slide 17 - Quiz

Wat is het tegengestelde van oorlog?
A
Gevaar
B
Blijdschap
C
Vrede
D
Gevecht

Slide 18 - Quiz

BEKEND WOORDDEEL

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.


- samenstellingen

- woorden met voorvoegsel

- woorden met achtervoegsel


Slide 19 - Diapositive

BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld


- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.


Slide 20 - Diapositive

Wat is de betekenis van onverstandig?
A
Verstandig
B
Met verstand
C
Niet verstandig
D
Onverstaanbaar

Slide 21 - Quiz

Wat is de betekenis van zorgeloos?
A
Loos heeft zorgen
B
Zonder zorgen
C
Veel zorgen
D
Zorgen

Slide 22 - Quiz

Wat doe jij als jij echt niet achter de betekenis van een moeilijk woord kunt komen?

Slide 23 - Carte mentale

Let op: kies de betekenis die in de tekst past. 

Milieu
'Het milieu is vervuild'
'Hij leeft in een gezond en veilig milieu'

Slide 24 - Diapositive

In hoeverre begrijp jij woordraadstrategieën?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Letterlijke uitspraken zijn feitelijk, ze zijn echt waar. Figuurlijke uitspraken niet.
Klopt
Klopt niet

Slide 26 - Sondage

Slide 27 - Diapositive

Wat betekent: 'van de hak op de tak springen?'

Slide 28 - Question ouverte

Wat betekent: 'ik laat er geen gras over groeien?'

Slide 29 - Question ouverte

Wat betekent: 'iemand aan de tand voelen?'
A
Zijn tand aanraken
B
Iemand ondervragen
C
Verdedigen
D
Voelen of iemand ziek is

Slide 30 - Quiz

In hoeverre begrijp jij figuurlijk taalgebruik?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Welk cijfer verwacht jij te halen voor de toets?

Slide 32 - Question ouverte

Extra uitleg of vragen?

Doe mee met extra uitleg op het bord. 

Aan de slag met de oefentoets

Online toets 'woordenschat'

Zelfstandig
Vraag? Dan mag je overleggen.

Klaar? Ga stil iets voor jezelf doen.

Slide 33 - Diapositive

Geleerd
Je kunt woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden. Ook weet je het verschil tussen figuurlijke- en letterlijke uitspraken.

Slide 34 - Diapositive