3v - les 4 - H2.3 Voortstuwen en tegenwerken

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welke veranderingen kan een kracht maken?

Slide 2 - Question ouverte

Welke twee krachten werken op
de vaas?

Slide 3 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met de resulterende kracht?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe groot is de resulterende
kracht op de vaas?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe groot en in welke
richting is de resulterende
kracht?

Slide 6 - Question ouverte

Welke auto ondervindt
de grootste weerstand?
A
Zwarte auto
B
Rode auto

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt van drie weerstandkrachten aangeven hoe ze ontstaan en hoe je ze kunt verminderen.

Je kunt de eerste wet van Newton uitleggen en gebruiken om te bepalen hoe een voorwerp beweegt.

Je kunt uitleggen hoe een voorwerp beweegt als de resulterende kracht niet gelijk aan 0 N is.

Slide 8 - Diapositive

Krachten in evenwicht
De zwaartekracht Fz werkt naar beneden
De veerkracht Fv werkt omhoog


Er is krachtenevenwicht, 
dus de zwaartekracht is gelijk aan de veerkracht

Slide 9 - Diapositive

Krachten in evenwicht
De zwaartekracht Fz werkt naar beneden
De normaalkracht Fn werkt omhoog


De normaalkracht wordt door de tafel 
uitgeoefend op de vaas

Slide 10 - Diapositive

Resulterende kracht bij evenwicht

Als de resulterende kracht 0 N is, is er krachtenevenwicht.

Het lijkt alsof er helemaal geen kracht werkt.

Als er geen kracht werkt, is er geen verandering.

Slide 11 - Diapositive

Eerste wet van Newton

Als de resulterende kracht 0 N is, is het voorwerp in rust, of het beweegt met een constante snelheid langs een rechte lijn.

Met andere woorden:
Als er geen kracht werkt, is er geen verandering.

Slide 12 - Diapositive

Verandering van beweging
1) Fres wijst naar voor
     De snelheid wordt groter
2) Fres wijst naar achter
     De snelheid wordt kleiner
3) Fres wijst naar links of rechts
     De richting verandert

Slide 13 - Diapositive

Bekijk de diagram. Wanneer
is de resulterende kracht
gelijk aan 0 N.

Slide 14 - Question ouverte

In de ruimte is geen lucht (vacuüm) en zijn er dus geen weerstandskrachten

Slide 15 - Diapositive

Weerstandskrachten
Weestandskrachten = krachten die tegenwerken.

1) Luchtweerstandskracht
2) Schuifweerstandskracht
3) Rolweerstandkracht

Slide 16 - Diapositive

Luchtweerstandskracht
Omdat je de lucht opzij moet duwen, 
ondervindt je luchtweerstandskracht.
(die voel je als je hard fietst)

Je kan de luchtweerstandkracht kleiner maken door:
Frontaal oppervlak te verkleinen, of het voorwerp te stroomlijnen.




Slide 17 - Diapositive

Schuifweerstandkracht
Een voorwerp dat over een opper-
vlak schuift, ondervindt
schuifweerstandkracht.

Je kan de schuifweerstandkracht kleiner maken door
het oppervlak zo glad mogelijk te maken.
(of groter maken voor grip!)

Slide 18 - Diapositive

Rolweerstandkracht
Een voorwerp dat over een 
oppervlak rolt, ondervindt 
rolweerstandkracht.

Je kan de rolweerstandkracht kleiner maken door
het oppervlak zo hard mogelijk te maken.
(banden oppompen!)

Slide 19 - Diapositive

Noem de drie weerstandkrachten

Slide 20 - Question ouverte

Noem de Eerste wet van Newton in je eigen woorden.

Slide 21 - Question ouverte

Je fiets met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?
A
Ook 50 N
B
Kleiner dan 50 N
C
Groter dan 50 N
D
Kun je niet weten

Slide 22 - Quiz

Welke weerstandkracht maak je kleiner door je banden op te pompen?
A
Luchtweerstandkracht
B
Schuifweerstandkracht
C
Rolweerstandkracht
D
Alle weerstandkrachten

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Maak van §2.3 opgave 1 t/m 8

Slide 24 - Diapositive

Begrippen uit deze les
  • Weerstandkrachten
  • Luchtweerstandskracht
  • Rolweerstandkracht
  • Schuifweerstandkracht
  • Frontaal oppervlak
  • Eerste wet van Newton 

Slide 25 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Question ouverte

Begrippen uit deze les

Slide 27 - Diapositive


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Question ouverte