28 mei

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Bonjour tout le monde!

Slide 2 - Diapositive

Tijdens de les...
1. ben ik stil tijdens klassikale momenten en houd ik mij aan het stemvolume wat op het bord staat of aangegeven wordt.
2. heb ik mijn Frans boek mee en een werkende pen.
3. ga ik serieus aan de slag met het Franse maak- en leerwerk.
4. luister ik naar de eerste waarschuwing als ik aangesproken word.
5. pak ik mijn spullen in zodra de docent dit aangeeft.

Slide 3 - Diapositive

Contrôle

Si présent, dit et montre moi:

J'ai mon livre B

Slide 4 - Diapositive

Dernier cours


1. Herhaling grammaire D & H
2. Herkansing SO
3. Au travail spreekopdracht
Blokuur





Ce cours



1. Au travail studiewijzer
2. Herkansing SO

Slide 5 - Diapositive

Vragen over de spreekopdracht?
Inleveren in mijn mail
Gmail
(bls@hetrhedens.nl)

Slide 6 - Diapositive

Au travail!

Slide 7 - Diapositive

Au travail :)



1. Aan de slag met studiewijzer week 20 t/m 22 
Klaar: Voorbereiden proefwerk of spreekopdracht

Fluisterniveau
Alleen met de persoon naast je




 
  

Slide 8 - Diapositive

Une petite pause...
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Au travail!

Slide 10 - Diapositive

Au travail :)





1. Tweetallen maken voor de spreekopdracht




 
  

timer
4:00

Slide 11 - Diapositive

Au travail :)





1. Begin maken aan de spreekopdracht in je tweetal 
--> script




 
  

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

p. 36

Slide 13 - Diapositive

p. 37

Slide 14 - Diapositive

p. 38

Slide 15 - Diapositive

Grammaire H

Slide 16 - Diapositive

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
meervoud
Welke letters komen achter het bijvoeglijk naamwoord?
e
es
s
(geen letters)

Slide 17 - Question de remorquage

Révision 
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 18 - Question de remorquage

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
anglais
anglaise
nouveau
nouvelle
vieux
vieille
beau
belle

Slide 19 - Question de remorquage

Schuif de woorden in de juiste volgorde
   

  GRAMMAIRE    Het bijvoeglijk naamwoord
J'habite dans une ............................ maison.
Il y a deux ....................   filles.
Sammie a les cheveux .................... 
Ma mère est ........................... .
Mon animal ........................... c'est Sammie.
Nous avons aussi un .................... jardin.
Kies het correcte bijvoeglijke naamwoord. Let op bij de onregelmatige vormen.
belles
beaux
vieux
beau
vieille
vieilles
brunes
bruns
brune
hollandais
hollandaise
hollandaise
préférée
préféré
préférés
grande
grands
grand

Slide 20 - Question de remorquage

Avoir

Slide 21 - Diapositive

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' 
Grammaire 'Avoir' 
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 22 - Question de remorquage

Passé composé

Slide 23 - Diapositive

Passé composé
manger
j'
parler
tu 
dessiner
il
habiter
nous
nager
vous 
ai mangé
as parlé
a dessiné
avons habité
avez nagé

Slide 24 - Question de remorquage

Les jours de la semaine

Slide 25 - Diapositive

Combinez les mois
décembre
janvier
mai
juin
mars
avril
février
août
juillet
septembre
novembre
octobre
Januari
April
mei
juli
December
maart
februari
juni
augustus 
november
september
oktober

Slide 26 - Question de remorquage

Une petite pause...
timer
5:00

Slide 27 - Diapositive

Au travail :)



Hoofdstuk 5, boek B

1.  Faire: ex. 30, 31, 32, 33
Klaar: leren: A, B, C, D (p. 40-43) en werkwoord 'avoir'


 
  

timer
25:00

Slide 28 - Diapositive

Vocabulaire:
- Leren in het boek of Slim stampen / Study Go / overschrijven

Phrases-clés:
- In het boek / overschrijven
Grammatica D (passé composé):
- In het boek / verbuga.eu

Werkwoorden (op 'er') / être / avoir:
- In het boek / verbuga.eu
timer
15:00

Slide 29 - Diapositive

La prononciation
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 30 - Diapositive

Jeu!
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 31 - Diapositive

Jeu!
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 32 - Diapositive

Dessiner!
La prof dit (zegt) un mot (een woord)
Dessine en 1 minute waar je aan denkt bij ce mot

Slide 33 - Diapositive

Activité!
La prof dit (zegt) un mot (een woord)
Schrijf in maximaal 3 zinnen op wat jouw laatste herinnering was met dat woord

Voorbeeld: 'demander' = vragen
Ik heb een uur geleden gevraagd aan ... om ...

Slide 34 - Diapositive

Jeu!
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

Elle n'est pas calme
Je suis une cousine
Je suis un cousin
Nous sommes famille
elles s'appellent ... et ...

Slide 38 - Diapositive