De begrippen

De begrippen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De begrippen

Slide 1 - Diapositive

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Diapositive

Doel:

Ik kan de voorzetsels lezen.
Ik begrijp de voorzetsels.
Ik kan de voorzetsels toepassen.
Ik kan een zin maken met een voorzetsel.

de voorzetsels

Slide 3 - Diapositive

de voorzetsels
De vogel zit in de doos.



Slide 4 - Diapositive

de begrippen
De vogel zit op de doos.


De vogel zit tussen de dozen.
de voorzetsels

Slide 5 - Diapositive

de voorzetsels
De vogel zit naast de doos.


De vogel zit voor de doos.

Slide 6 - Diapositive

de begrippen
De vogel zit achter de doos.


De vogel zit onder de doos.
de voorzetsels

Slide 7 - Diapositive

de voorzetsels
De vogel vliegt boven de doos.


De vogel gaat door de doos.

Slide 8 - Diapositive

De vogel vliegt langs de boom.



Slide 9 - Diapositive

Opdrachten
1. Maak een zin.

Ik ben in de klas.
Ik doe mijn telefoon in de tas.
Hij is in het lokaal.
......


Slide 10 - Diapositive

Schrijf je zin met in hier!

Slide 11 - Question ouverte

Opdrachten 


De juf loopt langs het bord.
Diana loopt langs de muur.
......


Slide 12 - Diapositive

En nu een zin met langs.

Slide 13 - Question ouverte

De vogel gaat erin.
Hij gaat erin.


De vogel gaat eruit.
Hij gaat eruit.



Slide 14 - Diapositive

De vogel gaat om de doos heen.

Hij gaat om de doos heen.

Hij gaat er omheen.






Slide 15 - Diapositive

De vogel springt over de bank.


Hij springt over de bank.








Slide 16 - Diapositive

Opdrachten
3. Maak een zin met erin, eruit, 
omheen of over.






Slide 17 - Diapositive

Schrijf je zin op.

Slide 18 - Question ouverte

Doel:   Kan ik het???

Ik kan de begrippen lezen.
Ik begrijp de begrippen.
Ik kan de begrippen toepassen.
Ik kan een zin maken met een begrip.

Hoe vond ik het gaan?   

de voorzetsels
Doel:

Ik kan de voorzetsels lezen.
Ik begrijp de voorzetsels.
Ik kan de voorzetsels toepassen.
Ik kan een zin maken met een voorzetsel.

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk: 
Bedenk 15 zinnen
 met een voorzetsel.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien