Parkinson

     Parkinson
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

     Parkinson

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is parkinson
  • Progressieve hersenaandoening (wordt steeds erger)
  • Dopamine tekort
  • Recent onderzoek schat het totale aantal mensen met parkinson op 63.500

Slide 3 - Diapositive

Oorzaken
  • Dopamine tekort, minder aanmaak door substantia nigra
  • Meerdere oorzaken, verschillende theorieën:
  • virussen
  • bacteriën
  • giftige stoffen
  • zware metalen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Parkinsonachtige ziekten:  
andere schade aan  
de zwarte kern of verminderde 
dopamineproductie. 

Bijvoorbeeld: trauma door boksen, medicatie gebruik (haldol), neerslag eiwitten (lewy body dementie) 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Meer dan trillen alleen
  • Trager denken
  • Verminderde reuk
  • Cognitieve achteruitgang
  • Slaapproblemen
  • Depressie
  • Obstipatie



Slide 8 - Diapositive

Verloop van de ziekte
  • 75% van de klachten begint aan een kant van het lichaam
  • Valgevaar na enkele jaren
  • Ook steeds meer lichamelijke problemen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Feitjes
  • Snelst groeiende neurologische aandoening
  • Emoties hebben effect op bewegingen bij Parkinson
  • Niet iedereen trilt die Parkinson heeft
  • Parkinsonpatiënten worden regelmatig aangesproken met de vraag of ze dronken zijn
  • Het gelaat is emotieloos

Slide 11 - Diapositive

Casus opdracht 67
Welke hulpmiddelen zet je in?
* Meneer knoeit erg met zijn drinken door de tremoren
* Meneer eet erg langzaam waardoor het eten koud wordt. Het snijden van brood en vlees gaat moeilijk.
* Meneer komt moeilijk overeind uit zijn stoel
* Meneer verliest snel zijn evenwicht bij het lopen
* Meneer kan niet lang staan onder de douche

Slide 12 - Diapositive

Casus opdracht 67
Welke hulpmiddelen zet je in?
*Meneer heeft moeite met de fijne motoriek bij het kleden
* Meneer verliest veel speeksel uit zijn mond; hij vindt dit vervelend en zijn huid op de kin is rood
* Meneer praat langzaam en is moeilijk te verstaan

Slide 13 - Diapositive