zakelijke correspondente quiz

 Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail

Slide 1 - Diapositive

Zakelijk schrijven






Zakelijke mail

Slide 2 - Diapositive

Welk e-mailadres zou jij "zakelijk" gebruiken?
A
HansH@hotmail.com
B
adje1.dejong@gmail.com
C
misspiggy@gmail.com
D
h.marsman@live.nl

Slide 3 - Quiz

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 4 - Diapositive

Wat is juist?
A
na aanleiding van
B
naar aanleiding van

Slide 5 - Quiz

Hoeveel alinea's moet je zakelijke brief minimaal hebben?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quiz

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 7 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 8 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 9 - Quiz

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 10 - Diapositive

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 11 - Diapositive

Je schrijft een zakelijke e-mail aan thomas van der boom. Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 12 - Question ouverte

Je schrijft een zakelijke e-mail aan saskia de vrede-den burg. Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 13 - Question ouverte

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Schept duidelijkheid, de lezer weet wat te verwachten.

Slide 14 - Diapositive

Het middenstuk

  • Bestaat sowieso uit 1 maar vaak uit meerdere alinea's
  • Kern met toelichtingen en evt. conclusie

Slide 15 - Diapositive

Afsluitende zin
In de afsluitende zin rond je de e-mail netjes af. De lezer weet of en wat er moet gebeuren
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 16 - Diapositive

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet(en)
  • Hoogachtend (?)

Sluit af met je naam. 
Mevrouw Slagter
A. Slagter
Alike Slagter

Slide 17 - Diapositive

INFORMEEL
FORMEEL
Ik hoop u hiermee voldoende geinformeerd te hebben.
Beste Jan Jansen,
Mochten er vragen zijn dan hoor ik het graag.
Geachte heer,mevrouw,
 Ook ik baal dat de ketel niet goed werkt.
Ik moet binnen drie dagen antwoord hebben.

Slide 18 - Question de remorquage

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:         bondig en niet wijzigen
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding               (Naar aanleiding van.....)
  • Kern                        (deel) onderwerp
  • Slot                          (verwachting uitspreken) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 19 - Diapositive

Welk antwoord is goed?
A
Vriezeveen, 13-01-2024
B
Vriezeveen 13 januari 2024
C
Vriezeveen, 13 jan. 2024
D
Vriezeveen, 13 januari 2024

Slide 20 - Quiz

Bij het schrijven van een betogende tekst wil je ...
A
dat de lezer het met je eens wordt
B
dat de lezer iets weet of begrijpt
C
de lezer aanzetten tot actie of handelen
D
de lezer vermaken

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste spelling van.....
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 22 - Quiz

Het ........ een flinke uitdaging te worden
A
belooft
B
beloofd

Slide 23 - Quiz

Het is de tweede keer dat dit .....
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 24 - Quiz

Bedankt!!!

Slide 25 - Diapositive