les 1: Het debat

Het debat
lesdoelen:  
1. Je herkent de principes van een debat
2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
3. Je kent de de valkuilen in debat


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het debat
lesdoelen:  
1. Je herkent de principes van een debat
2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
3. Je kent de de valkuilen in debat


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Lien

de laatste aflevering van het lagerhuis debat. We kijken dit vanaf 4 minuten tot 10.43. Dan de volgende dia. Dan terugkomen en luisteren naar de opmerkingen van de jury vanaf 10:43
Wat viel je op / verbaasde je/ irriteerde je, of vond je leerzaam aan dit debat?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1 Je herkent de principes van een debat
1. Basis principe: Uit meningsverschillen ontspringt de waarheid. 
2. Je onderzoekt wat jouw mening is over een onderwerp. In een debat verdedig je je mening met argumenten. 
3. Je kunt ook overtuigd woorden door de goede argumenten van een ander. 
4. Je houdt je aan de gespreksregels in een debat. Het debat verloopt ordelijk. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk zelf een goede gespreksregel binnen een debat.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
Debatteren dwingt je om telkens een standpunt in te nemen en dat te onderbouwen met overtuigende argumenten. Je wordt gedwongen om actief na te denken over maatschappelijke vraagstukken, waardoor je inzichten in de maatschappij verwerven. Dit is een een intellectuele verrijking.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou het zin hebben om te debatteren over de gang van zaken binnen onze school? Tussen leerlingen onderling/ directie?

Leg uit.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Je kent de de valkuilen in debat: verkeerde argumenten/ drogredenen
Wat zijn verkeerde argumenten of drogredenen?
1. Het leggen van verkeerde verbanden: als dit , dan dat
2. Overhaaste generalisatie: 'alle mensen, alle jongeren'. 
3. Cirkelredenering: Ik ben de baas omdat ik het hier voor het zeggen heb." "Natuurlijk had ik er een reden voor, want anders had ik het niet gedaan."
4.Argumenten uit de weg gaan: Niemand twijfelt eraan dat...Natuurlijk is het zo dat...
5.Beroep op traditie : We doen het nu eenmaal nou altijd zo. Het is traditie.
6. Pragmatisch redeneren: De aandacht van de kern van de zaak afleiden. 
7. Autoriteitsdrogreden: Omdat ik het zeg...

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

extra tips: 
- Probeer goede bronnen te zoeken voor je argumenten. Zeker als je met cijfers wilt komen.
- Neem de tijd om na te denken en rustig te spreken. 
- Als je emotie voelt opkomen , neem dan even rust. Een argument uit emotie is niet altijd waar. Of zeg het erbij: 'Dit maakt me boos' of verdrietig. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij nog tips
voor een goed debat?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Het debat
terugblik lesdoelen:  
1. Je herkent de principes van een debat: Je gebruikt argumenten , je leert van elkaar en je houdt je aan gespreksregels.
2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat: Je krijgt inzicht in maatschappelijke ontwikkelingen en je verrijkt jezelf ermee ( intellectueel) 
3. Je kent de de valkuilen in debat: Je kent verschillende vormen van drogredenaties.
Volgende week: Wat zijn goede stelling & Oefenen ( ook met drogredenaties)


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

les 2 
leerdoelen:
1. Je denkt na over zinvolle onderwerpen van debat.
2. leerlingen oefenen met ( valkuilen ) van debat

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

uitleg : Argumenten
Een argument is een reden waarom jou mening waar is. 
Goede argumenten hebben 2 hoofdkenmerken:

1. Een goed argument is waar

2. Een goed argument is geldig (het gaat over het onderwerp)


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten stellingen
1. De waardestelling, bijvoorbeeld "Moderne kunst is een schande."
2. De beleidsstelling, bijvoorbeeld "Het gebruik van paddo's moet verboden worden."
3. De definitiestelling, bijvoorbeeld "Putin is een dictator."

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stelling : 
De stelling moet controversieel ( spanning opleveren) zijn binnen de groep die erover debatteert.
Het moet meteen duidelijk zijn waar de stelling over gaat.
De stelling moet absoluut geformuleerd zijn.
Een goede stelling moet prikkelen, pijn doen en geen nuance bevatten.
De stelling bestaat uit maximaal vijftien woorden.
De formulering van een stelling is altijd positief.
De stelling mag geen argumenten bevatten.
De stelling mag niet innerlijk tegenstrijdig zijn.
Ondubbelzinnig formulering.
De stelling mag geen ‘truism’ bevatten als twistpunt; met andere woorden: je moet voor of tegen kunnen zijn. “Armoede moet de wereld uit” valt niet te bespreken.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het lagerhuis debat: 
in Lagerhuisopstelling (tegenover elkaar, waarbij je twee partijen hebt, de voorstanders en de tegenstanders)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions