Week 50 3 H Duits

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programm

Rückschau

Planung

Sehen

Lesen

Aufgaben

Rückschau

Was machten wir letztes Mal?

Planung für heute

Korrigieren zum Schluss

          - Alle Aufgaben

Sehen

           - Aufgabe 36 auf Seite 103

Lesen

          - Aufgaben 37 + 38 ab Seite105

          -  Fertig?-> Aufgabe 35 Jugendliteratur auf Seite 101

       

Korrigieren

Zum Schluss 1, 2, 3, 4

Sehen Aufgabe 36 S. 103

Bekijk eerst de afbeelding op pagina 34 in TB

Lees de tekst en maak de opdrachten bij A

Je bekijkt straks een video-> lees d evragen bij B

Kijk de video

Bij C hoor je een interview-> geef aan welk woord je hoort

Beluister het interview

Beantwoord bij D de vraag

Lesen Auf. 37+38 ab S. 105

37a-> gebruik blz. 35 TB-> geef antwoord

37bc-> lees de tekst-> beantwoord de vragen

37d-> gebruik het internet om antwoord te geven

38->blz. 108-> welk woord wordt bedoeld?

Fertig?-> Aufgabe 35 Jugendliteratur auf Seite 101

Volgende les

Nakijken leesopdrachten

+

Uitleg Grammatik: voorzetsels + 4

Programm

Rückschau

Planung

Korrigieren

Grammatik

Aufgaben

Rückschau

Was machten wir letztes Mal?

Planung für heute

Korrigieren Aufgaben Lesen

          - Aufgabe 35 + 37 + 38

Grammatik

           - Wiederholung

           -Erklärung

Aufgaben

          - Aufgaben 39 + 41 + 42 + 43 + 44 + 45 + 46

       

Grammatik Erklärung

je leerde dat in Duitsland net als in Nederland je niet zegt:

• voor ik/für ich -> maar-> voor mij/für mich
  

In het Duits doen ze ditzelfde trucje niet alleen bij persoonlijk voornaamwoorden--> ook bij lidwoorden

voor de man --> für den Mann -> ipv->  für der Mann

Grammatik

Het is van belang dat je weet dat er na een voorzetsel vaak iets verandert. In het geval van de volgende voorzetsels verandert alleen de mannelijke vorm:

für, ohne, gegen, bis, um, durch

der -> den -------> der Mann------> für den Mann

oefenen

opdr. 39->blz. 109->  persoonlijk voornaamwoord na voorzetsels

opdr. 41->blz. 110-> beantwoord de vragen

opdr. 42-> blz. 111-> vul de juiste vorm aan

opdr. 43->blz. 111->  vertaal en vul de juiste vorm in

opdr. 44-> blz. 112-> vertaal en maak de juiste vorm

opdr. 45-> geef in hele zin antwoord

opdr. 46-> maak de juiste vorm-> 1e en 4e door elkaar