N&T: elektriciteit, magnetisme & energie

Wat is de eenheid van kracht?
A
Kilogram (kg)
B
Volt (V)
C
Newton (N)
D
Meter (M)
1 / 33
suivant
Slide 1: Quiz
NT2Zaakvakcursus natuur & techniekHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat is de eenheid van kracht?
A
Kilogram (kg)
B
Volt (V)
C
Newton (N)
D
Meter (M)

Slide 1 - Quiz

Marko weegt 80 kilo. Hoe groot is de zwaartekracht op Marko?
A
40N
B
80N
C
400N
D
800N

Slide 2 - Quiz

Techniek dag 1
Elektriciteit
Magnetisme
Energie

Slide 3 - Diapositive

Elektriciteit
7.4.1 statische elektriciteit

7.4.2 elektrische stroom

7.4.3 parallel- en serieschakeling

Slide 4 - Diapositive

Statische elektriciteit
Wrijving --> elektronen springen over
Lading kan niet wegvloeien

isolerende en geleidende materialen

ontlading --> schok
- bliksem
Tip! Filmpjes kijken

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Elektrische stroom
Benodigdheden
- spanningsbron
- gesloten stroomkring
- elektrisch geleidende materialen

elektronen verplaatsen van - naar + pool (aantrekking)
stroom van + naar -  (was al bepaald voordat elektronen ontdekt waren)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Met welk instrument kan het lampje gaan branden
A
glazen roerstaafje
B
zilveren schaaltje
C
porseleinen lepel
D
alle drie

Slide 10 - Quiz

Schakelaar & weerstand
Schakelaar: onderbreken stroomkring
- lichtknopje
Stroom 'kiest' de weg met minste weerstand
Dikke draden = minder weerstand (denk aan snelweg)
Soms is veel weerstand juist handig: gloeilamp

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive


A
allebei open
B
S1 dicht, s2 open
C
s1 open, s2 dicht
D
allebei dicht

Slide 13 - Quiz

Spanning en stroom
Spanning (V)
- druk die nodig is om stroom vooruit te duwen
- eenheid Volt (V) --> voltmeter
- in Nederland: 230 V

Stroomsterkte (I)
- aantal elektronen dat door de stroomkring beweegt
- eenheid Ampère (A) --> ampère- of stroommeter 

Slide 14 - Diapositive

Serie en parallel 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Serie en parallel
Onthouden!

PArallelschakeling --> sPAnning overal gelijk
Serieschakeling --> Stroomsterkte overal gelijk

Slide 17 - Diapositive

Oefenvraag verlichting

Slide 18 - Diapositive

Welke conclusie is juist? De lampjes in de slinger zijn ...
A
15V in serie
B
15V parallel
C
220V in serie
D
220V parallel

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Hoe kan Lotte de stroomsterkte meten
A
Ampèremeter plek 1
B
Voltmeter plek 1
C
Ampèremeter plek 2
D
Voltmeter plek 2

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Wet van Ohm
Rekenen met stroomsterkte (I), spanning (V) en weerstand (R)

I = V/R 
A = V/Ω

meer spanning (grotere V) --> grotere stroomsterkte
meer weerstand (grotere R) --> kleinere stroomsterkte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

De stroomsterkte ...
A
blijft gelijk
B
wordt verdubbeld
C
wordt gehalveerd
D
wordt nul

Slide 25 - Quiz

Magnetisme
Kleine magnetische gebiedjes in een materiaal wijzen dezelfde kant op
Hoe dichter bij de magneet: des te sterker het magnetisch veld
- Zuidpool op aarde: magnetische noordpool en andersom. (trekvogels)
noord en zuid
aantrekken en afstoten
aardmagnetisme

Slide 26 - Diapositive

Energie
Soorten energie
Energiebronnen

Slide 27 - Diapositive

Energie omzetten

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

welke energieomzettingen vinden plaats?
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D

Slide 30 - Quiz

Energieverbruik berekenen
E (energieverbruik) = P (vermogen) x t (tijd)
Joule of Ws                           watt                    s
Vermogen = hoeveelheid energie die per seconde verbruikt wordt

Slide 31 - Diapositive

Hoe goed begrijp je de stof van vandaag?
0100

Slide 32 - Sondage

Zelfstudie
laatste stukje 7.4.3 over zekering, randaarde en aardlekschakelaar (parallel en serie)
laatste stukje 7.4.4 over de elektromotor en dynamo (magnetisme)
laatste stukje 8.4 over biomassa, duurzame energie, etc (energie)


Slide 33 - Diapositive