De werking van het netvlies

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive


Met welk cijfer is het netvlies aangeduid?
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

kegeltje
staafje
1
2

Slide 9 - Question de remorquage

staafjes
kegeltjes
lichtreceptoren bij werken bij schemering
lichtreceptoren die kleuren waarnemen

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waar is de concentratie aan kegeltjes het hoogst?

Slide 15 - Question ouverte

Waarom vind je op de blinde vlek geen lichtreceptoren?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

ganglioncel
staafje
kegeltje
pigmentcel
bipolaire cel

Slide 23 - Question de remorquage

staafje
bipolaire cel
pigmentcel
ganglioncel
kegeltje
Bezitten vele donker gekleurde korrels die licht absorberen zodat het niet weerkaatst wordt in de oogbol.
lichtgevoelige cel
kleurgevoelige cel
verbinding tussen fotoreceptoren en de ganglioncellen.
zenuwcellen waarvan de vezels zich bundelen om samen de oogzenuw te vormen

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Diapositive

Hoe heet het fotopigment in de staafjes?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Welke fotopigmenten ontbinden het makkelijkst, die in kegeltjes of die in staafjes?
A
kegeltjes
B
staafjes

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Welke stof ontbreekt in het lichaam van iemand met nachtblindheid?
A
calcium
B
ijzer
C
vitamine c
D
vitamine A

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Wat werkt er niet goed bij iemand die kleurenblind is?


A
de kegeltjes
B
de staafjes
C
de oogzenuw
D
de lens

Slide 32 - Quiz

Wat is de meest voorkomende vorm van kleurenblindheid?

A
rood-paars kleurenblindheid
B
geel-groen kleurenblindheid
C
wit-zwart kleurenblindheid
D
rood-groen kleurenblindheid

Slide 33 - Quiz

Kleurenblindheid komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen.
A
juist
B
fout

Slide 34 - Quiz