15.02 Monday

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Books + pens 

Hello everyone! 

On a scale of

Lama,

How are you

Today? 

Today - Achieve (bereiken)

• Terug kijken: regels, som + uitleg, uitleg regel (tijd) - 10 min.
• Uitleg grammatica (5 min)
• individuele of samen werken (opdrachten) - 20 min
• opdrachten kijken - juiste antwoorden: 5 min 

Rules

volg de instructies op het bord: aandacht gaat naar de oefeningen

toetsen: som + extra uitleg (niet verplicht) - volg som

uitleg - aandacht 100% voor 5 minuten. 

Uitleg grammatica 

vergelijken (deel 2)

Hoe heb je vorige week bijwoorden vergeleken? of wat herinner je je nog?

fast (bijvoeglijk naamwoord)

Vergelijken - deel 2

om bijwoorden te vergelijken die twee of meer lettergroepen hebben die je gebruikt 

more en most 

famous (2 lettergrepen) 

She is famous.

She is more famous than him. 
She is the most famous. 

Taylor Swift

She is famous. 

She is more famous than her boyfriend.

She is the most famous in the world. 

Examples

expensive - more expensive - the most expensive

important - more important - the most important 

interesting - 

bijzondere voorbeelden

Good - better - best 

bad - worse - the worst 

much/many - more - most: veel/meer/meest

Uiteindelijk moet je deze een paar keer herhalen om ze goed te onthouden.

Oefening. blz. 108: 15 - 16 - 17 - 18- 20 - 21 - 22 (25 min)

eerste 5 minuten in stilte -> kijk de klok -> 

daarna werk je individueel of samen met je klasgenoot. 

laatste 5 min -> corrigeer de oefeningen

hulp nodig? Hand up. 

Juiste antwoorden: 

opdracht 17: 

big - bigger - the biggest

cold - colder - the coldest

funny - funnier - the funniest

lucky - luckier - the luckiest 

17 B: 

         1. Esther  .... modern .... Liza

             Esther is not as modern as Liza. 

         2. market ... busy ... store

              The market is as busy as the store. 

3. The butcher's is as cheap as the baker's.

4. Jonno is not as lucky as his friends.

5. The newsagent's is not as big as the bookshop. 

exercise 21

1. most 

2. louder

3. more important

4. best

5. funnier

6. most colourful

7. worse                             

8. cheapest