Observeren van klachten en verpleegproblemen bij cliënt met psychose

Periode Planning
18-5-2022
Depressie
25-5-2022 
Suïcidaliteit + introductie voorlichtingsfolder
1-6-2022
Psychose
8-6-2022
Omgaan met cliënt met hallucinaties of wanen
15-6-2022
Voorlichtingsfolder
22-6-2022
Voorlichtingsfolder
29-6-2022
Presentaties
6-07-2022
Toetsweek
13-7-2022
Bufferweek
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Periode Planning
18-5-2022
Depressie
25-5-2022 
Suïcidaliteit + introductie voorlichtingsfolder
1-6-2022
Psychose
8-6-2022
Omgaan met cliënt met hallucinaties of wanen
15-6-2022
Voorlichtingsfolder
22-6-2022
Voorlichtingsfolder
29-6-2022
Presentaties
6-07-2022
Toetsweek
13-7-2022
Bufferweek

Slide 1 - Diapositive

Planning vandaag
Psychose
Positieve & negatieve symptomen
Flyer - verdeling + presentaties plannen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt als verpleegkundige kunnen de klachten van een cliënt met een psychose herkennen en observeren.
  • Je kunt veel voorkomende verpleegproblemen bij een cliënt met een psychose benoemen 
  • Je kunt verwoorden wat het betekent voor een cliënt om een psychose te hebben.
Volgende les 

Slide 3 - Diapositive

Iemand die last heeft van een psychose
A
is ernstig verward
B
heeft een intense somberheid
C
heeft schizofrenie

Slide 4 - Quiz

Wat is een psychose?
een psychose is een toestandsbeeld met stoornissen in het denken, en de zintuiglijke waarneming.

De realiteitstoetsing is gestoord. 
(Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen)

Slide 5 - Diapositive

Een hallucinatie is
A
waarnemen wat er in werkelijkheid niet is
B
een waandenkbeeld
C
persoonlijke overtuiging die niet werkelijk is
D
een gedragsstoornis

Slide 6 - Quiz

Wanneer is er sprake
van een waan?
A
De cliënt heeft het gevoel dat hij zichzelf niet is
B
Denkt dat de presentator op TV hem een speciale boodschap geeft
C
Geeft een verkeerde betekenis aan iets dathij ziet of hoort

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste begeleiding
van cliënt met een waanstoornis?
A
overtuig de cliënt dat zijn denkbeelden onjuist zijn
B
Bevestig de waangedachten van de cliënt
C
Toon begrip voor de werkelijkheid van de cliënt

Slide 8 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
Antipsychotica:
A
Hebben het meeste effect op de negatieve effecten van schizofrenie
B
Worden voornamelijk gebruikt om psychotische symptomen te onderdrukken
C
Worden gebruikt om parkinsonisme en spierkrampen te voorkomen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Soorten wanen
Armoedewaan
Grootheidswaan
Betrekkingswaan
Achtervolgingswaan
Paranoïde waan
Vergiftigingswaan
Erotomane waan
Jaloersheidswaan

Slide 12 - Diapositive

Soorten hallucinaties
Visuele hallucinaties
akoestische hallucinaties
imperatieve hallucinaties
haptische hallucinaties
gustatoire (smaak) hallucinaties
olfactoire (reuk) hallucinaties

Slide 13 - Diapositive

Andere oorzaken van een psychose
  • Mensen met schizofrenie hebben psychoses. Niet alle mensen die psychoses hebben, hebben de ziekte schizofrenie.
  • Mensen met een depressie of een bipolaire stoornis kunnen ook psychotisch worden.
  • Ook kunnen er lichamelijke oorzaak zijn een trauma, intoxicatie, infectie, denk ook aan een kraambedpsychose



Slide 14 - Diapositive

Verwarde periodes
  • Er is vaak een voorfase: minder functioneren op werk, school, in sociale contacten
  • Herstel is vaak niet volledig, geeft een ander karakter.
  • Wat overblijft zijn de negatieve symptomen



Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Positieve symptomen
  • Nieuw gedrag dat ontstaat als gevolg van de ziekte.
  • Gedrag dat je normaal gesproken niet ziet bij gezonde mensen.
  • Verstoord waarnemen: stemmen horen komt vaak voor: minachtend, kleinerend, negatief
  • Verstoord denken: Bijzondere, onnavolgbare gedachten, ideen of ervaringen: bijvoorbeeld beinvloedingswanen.



Slide 17 - Diapositive

Nooit veilig (psychotische periode)
  • De scheiding tussen eigen ik en de buitenwereld vervaagt
  • Mensen met schizofrenie kunnen zich slecht afsluiten
  • Voelt zich eigenlijk nooit veilig, niet in zijn eigen kamer en ook niet in zijn eigen lichaam
  • Gedachten niet op een rijtje, te veel gedachten

Slide 18 - Diapositive

Negatieve symptomen
Afwezigheid van bepaald gedrag dat je bij gezonde mensen wel ziet. Treden op de voorgrond als positieve psychotische symptomen minder worden

  • Zelfverwaarlozing
  • Minder interesse, spankracht, energie en drive
  • Minder zelfstandig functioneren, minder sociale vaardigheden
  • Affectieve vervlakking: weinig emoties, kan zich slecht inleven, kan ook niet vertellen wat er in hem omgaat, voelt zich leeg




Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Opdracht
Verdeling psychiatrische ziektebeelden flyer

Slide 21 - Diapositive