Schrijven van een verslag

• NT2
• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Verslag schrijven

Lesdoelen

• Ik kan een verslag schrijven.
• Ik kan een opbouw maken in een verslag.
• Ik kan  signaalwoorden gebruiken in een verslag.

Belangrijk bij verslag

Voorbeeld 

Een verslag over wat je in de vakantie hebt gedaan:

1. Wie? ik en vriend

2. Wat? geschaatst van Eindhoven naar Helmond

3. Waar? op het kanaal

4. Wanneer? in het weekend

5. Waarom? het ijs was dik genoeg

6. Hoe? we zijn naar het begin gefietst

Uit hoeveel stappen bestaat het stappenplan?

1. 2
2. 6
3. 3
4. 4

Waar begin je mee met een verslag?

1. Inleiding
2. Titel
3. Slot
4. Kern

Welke plaats vind je de kern van het verslag?

1. aan het begin
2. aan het einde
3. in het midden
4. maakt niet uit

Gebruik de goede volgorde

• eerst
• daarna
• toen
• vervolgens
• ten slotte

Signaalwoorden van volgorde

Aan de slag

Schrijf een verslag van minstens 100 woorden.

Dit kan gaan over:

• je stage
• je werk
• je vakantie
• een uitje waar je bent geweest