chapitre 5: passé composé met avoir

Passé composé
De verleden tijd!
bron D
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Passé composé
De verleden tijd!
bron D

Slide 1 - Diapositive

wanneer heb je het nodig?
Als je wilt vertellen wat je hebt gedaan.
Ik heb Parijs bezocht.

J'ai visité Paris.

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je de passé composé?

Ik heb bezocht : j'ai visité
Je hebt het werkwoord hebben nodig en je moet van het werkwoord bezoeken het voltooid deelwoord maken: -er eraf en é er voor in de plaats!
Dus:
j'ai visité
tu as visité
il a visité
elle a visité
on a visité
nous avons visité
vous avez visité
ils/elles ont visité

Slide 3 - Diapositive

het hulpwerkwoord
hebben = avoir

Slide 4 - Diapositive

avoir

Slide 5 - Carte mentale

Het voltooid deelwoord
Van de werkwoorden -er haal je -er eraf en je zet er-é voor in de plaats.
bijvoorbeeld: regarder - regardé, travailler - travaillé, manger - mangé, parler - parlé

Slide 6 - Diapositive

Hoe??? Wat heb je nodig?
Hoe maak je de passé composé van een werkwoord die eindigt op -er? leg het uit aan je buurman/vrouw!

Slide 7 - Diapositive

Vertaal: ik heb gegeten
A
j'ai manger
B
j'ai mangé

Slide 8 - Quiz

vertaal: wij hebben gesproken
A
on a parlé
B
on a parler
C
nous avons parlé
D
nous parlons

Slide 9 - Quiz

Vertaal: zij heeft gesproken

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal: u heeft gegeten

Slide 11 - Question ouverte

Let op de volgorde in de zin
In het Nederlands zet je het voorwerp tussen het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord. 
Ik heb  Parijs bezocht.
 J'ai visité Paris.
In het Frans mag dat niet!

Slide 12 - Diapositive

Hoe maak je ontkennend?
Met ne/n'........ pas
Er staat maar 1 woord tussen: het eerste werkwoord, en dat is de persoonsvorm
Je n'ai pas visité Paris.

Slide 13 - Diapositive

Vertaal: Ik heb een pizza gegeten.

Slide 14 - Question ouverte

Zij (jongens) hebben niet gewerkt.

Slide 15 - Question ouverte

Compris?
A
oui
B
un peu
C
non

Slide 16 - Quiz

VWO: Et maintenant?
Réponse Oui: fais 17c, d, e, f, 19a, b

Réponse un peu/non:  fais ex. 16b, lis 16c, 
fais ex. 16d, lis 17b, fais ex. 17c, d, e, 19a, b

Slide 17 - Diapositive

HAVO: Et maintenant?
Réponse oui: fais ex. 17b, d, f, 18a, b

Réponse un peu/non: fais ex. 16a, b, lis 
ex. 16c, fais ex. 16d, ex. 17b, d, e, f, 18a, b

Slide 18 - Diapositive

c'est tout!
Je kunt nu de oefeningen in je boek maken,
 bron D, blz. 22, 23, 24, 25, sla 16e en 17a over.
Je mag de opdrachten ook online doen!
Bonne chance!

Slide 19 - Diapositive