3.5: Griekse kunst

3.5: Griekse kunst
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.5: Griekse kunst

Slide 1 - Diapositive

Deze les:

  • vragen over het huiswerk?
  • afsluiting 3.4
  • uitleg 3.5: Griekse kunst.
  • aan de slag met opdrachten.

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
... Leer je de kenmerken van de Griekse bouwkunst
... Leer je de kenmerken van de Griekse beeldhouwkunst.
... Leer je hoe je verschillende soorten zuilen kunt herkennen.
... Leer je de verschillende soorten toneelstukken die de Grieken kenden.

Slide 3 - Diapositive

Herhaling 3.4 + bespreken opdrachten

Slide 4 - Diapositive

Op de afbeelding zie je een Griekse tempel in de stad Petra in Jordanië. Hoe komt deze tempel hier terecht? Gebruik in je antwoord het begrip: Hellenisme

Slide 5 - Question ouverte

In welke zin van bron 20 word het succes van de Perzen verklaard?

Slide 6 - Question ouverte

Gebruik bron 20.
Noem drie oorlogsmotieven van Xerxes.

Slide 7 - Question ouverte

Afsluiting 3.4:
  • oorzaak, gevolg, aanleiding
  • Grieken tegen Perzen
  • Grieken tegen Grieken
  • Alexander de Grote en Hellenisme

Slide 8 - Diapositive

3.5: De Griekse kunst
  • In deze paragraaf leer je kenmerken van Griekse tempels.
  • In deze paragraaf leer je kenmerken van Griekse beeldhouw- en schilderkunst.
  • In deze paragraaf leer je kenmerken van Grieks toneel.

Slide 9 - Diapositive

Bouwkunst
Beeldhouwkunst

Slide 10 - Diapositive

Liefde voor de kunsten:
  • Beeldhouwkunst: Perfect en gespierd, naakt
  • Bouwwerken: Perfecte vormen: Rechthoeken, driehoeken       en zuilen.  Symmetrisch (beide kanten zijn gelijk)
  • toneelstukken:1. Komedie: een toneelstuk met een vrolijk einde 2. Tragedie: een toneelstuk dat slecht afloopt 
    doel: je moet iets leren van het toneelstuk

Slide 11 - Diapositive

Soorten zuilen:
  • Dorische zuil: dikke vorm, geen voetstuk en aan de bovenkant een eenvoudig kapiteel (bekroning)
  • Ionische zuil: slanke vorm, een eenvoudig voetstuk en een kapiteel met een krulvormige versiering.
  • Korintische zuil: uitgebreid voetstuk en een kapiteel met sierlijk gekrulde bladeren.

Slide 12 - Diapositive

Dorische
 zuil
Ionische zuil
Korintische zuil

Slide 13 - Question de remorquage

Aan de slag:
  • Lees  de theorie van paragraaf 3.5 goed door en maak de opdrachten die bij deze paragraaf horen.
  • Leer de begrippen in Quizlet

Slide 14 - Diapositive