V2 H3 woordenschat Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Bij binnenkomst:

- Log alvast in in Lesson-Up.

- Open ook alvast de methode.

Woordenschat H3

Vaste voorzetsels 

en

voorzetseluitdrukkingen

Lesdoel

- Je kunt vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukking herkennen, begrijpen en gebruiken. 

Werkwoorden en voorzetsels

>> Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel

Vul aan met een vast voorzetsel
Sonja besteedt al haar zakgeld ... nieuwe kleren.

De Tweede Kamer had veel kritiek ... de vaccinatieprocedure.

Werkwoorden en voorzetsels

Besteden AAN

Kritiek hebben OP

Bewust zijn VAN

Houden van

Lijken op

Denken aan

Vaste combinaties

Zelfstandig naamwoord + werkwoord + voorzetsel

verstand                                 +  hebben        +      van

ruzie                                          + hebben        +      met

Bijvoeglijk naamwoord + werkwoord + voorzetsel

bang                                      +    zijn               + voor

Vul aan met een vast voorzetsel:
een hekel hebben ...

Vul aan met een vast voorzetsel
commentaar hebben ...

Voorzetseluitdrukkingen

Dit zijn woordcombinaties met een voorzetsel, een zelfstandig naamwoord en weer een voorzetsel.

vb:

- Ten tijde van (t.t.v.)

- Met betrekking tot (m.b.t.)

Vul aan met een vast voorzetsel:
door middel ...

Vul aan met een vast voorzetsel:
in verband ...

Voorzetseluitdrukkingen

Meestal kun je ze vervangen door één voorzetsel

• Ten tijde van 

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was er een gebrek aan eten. 

• Met betrekking tot 

Er is veel onduidelijk met betrekking tot het coronavirus. 

over

tijdens

Aan de slag!

Je kunt vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukking herkennen, begrijpen en gebruiken. 

Wat? Volg de planning 'woordenschat'.

Let op: Maak opdrachten van H2 pas af als je met H3 klaar bent.

Klaar?

Leer H1, H2 en H3 voor de woordenschattoets (WRTS/ .. )

Check-out:

We sluiten met een aantal vragen over deze lesstof af.

Deze dagen schenk ik extra aandacht ... mijn ouders.

1. van
2. op
3. aan
4. voor

Erik verbaast zich ... alle positieve reacties.

1. met
2. over
3. door
4. in

Vrijwel iedereen is gek ... bruine boterhammen met pindakaas.

1. met
2. over
3. van
4. op

Huiswerk

Volgende week dinsdag:

Maak de planning 'woordenschat' af.

Maak de planning 'lezen' af.