VWO extra: energie en vermogen

4.(Extra) Energie en vermogen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.(Extra) Energie en vermogen

Slide 1 - Diapositive

Doelstellingen
  • uitleggen wat het vermogen van een apparaat met energiegebruik heeft te maken;
  • rekenen met energiegebruik; 
  • rekenen met elektrisch vermogen.

Slide 2 - Diapositive

Wat(t) is vermogen?
Vermogen (P) is de energie (J) die per seconde (s) wordt geleverd of omgezet, uitgedrukt in Watt (W)



Watt (W) kun je ook uitdrukken als Joule per seconde (J/s)

Slide 3 - Diapositive

Groot- en eenheden
Grootheid
Spanning
Stroomsterkte
Weerstand
Vermogen
tijd
Energie
Verbruik
Symbool
U
I
R
P
t
E
E
Eenheid
Volt
Ampère
Ohm
Watt
seconde
Joule
kiloWattuur
Afkorting
V
A
W
s
J
kWh

Slide 4 - Diapositive

Vermogen
Vermogen

P = het vermogen in watt (W)
U = de spanning in volt (V)
I = de stroomsterkte in ampère (A)



P=UI

Slide 5 - Diapositive

Apparaten
Elk huishoudelijk apparaat wordt thuis aangesloten op het lichtnet (230V).  
Toch gebruikt niet elk apparaat dezelfde hoeveelheid energie (gelukkig!)

Door het ene apparaat gaat een grotere stroomsterkte dan door het andere. Het vermogen (P = U × I ) is dan groter. 

m.a.w. : Er wordt per seconde meer energie omgezet 

Slide 6 - Diapositive

vraag
Je hebt thuis de televisie (1,2A)aanstaan.
Bereken het vermogen van de televisie.

Slide 7 - Diapositive

Uitleg
Je hebt thuis de televisie (1,2A)aanstaan.
Bereken het vermogen van de televisie.
1.   I = 1,2 A, U = 230 V
2.  P = ? W
3.  P = U . I
4.  P = 230 x 1,2 = 276 
5.  Antwoord/controle: P = 276 W

Slide 8 - Diapositive

stel: ik speel per dag 3 uur games op mijn PS4.
Daarvoor staan mijn TV (500 W), PS4 (350 W) en soundbar (150W) gedurende die tijd aan.
Wat is het vermogen van deze opstelling?
A
500 W
B
1 kW
C
230 V
D
1 W

Slide 9 - Quiz


Een elektrische kachel gebruikt 8 Ampėre stroom, bereken het vermogen.
Gebruik het 5-stappen plan

Slide 10 - Question ouverte

stel: ik speel per dag 3 uur games op mijn PS4.
De opstelling heeft een vermogen van 1000 W

Hoeveel energie (J/s)gebruik ik dan in een jaar?
A
3x1000x365= ‭1.095.000‬ J
B
3×60×60×1000×365 = ‭3.942.000.000‬ J
C
3 × 1000 = 3000 J
D
60×60×1000×365 = 1.314.000.000 J‬

Slide 11 - Quiz

Energie ver gebruik
E=P.t
E is energieverbruik in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijdsduur in seconde (s)

E is energieverbruik in kilowattuur kWh)
P is vermogen in kilowatt (kW)     
t is tijdsduur in uur (h)

P=tE
t=PE
Kilowattuur en Joule kun je omrekenen.
1kWh = 3.600.000 J.

Slide 12 - Diapositive

Ik heb een bureaulampje (60 W) de hele dag (24 h) aanlaten staan. De kilowattuurprijs is 0,40 euro
Wat kost dat?

Slide 13 - Question ouverte

Deze waterkoker heeft een vermogen van 1800 W. Hoe groot is de stroomsterkte door de stekker?
A
230 A
B
1 800 A
C
7,8 A
D
414 000 A

Slide 14 - Quiz

Hoe lang heeft een wasmachine met een vermogen van 2100 watt aan gestaan als het energieverbruik 10,5 kWh is geweest

Slide 15 - Question ouverte

Formules
Wet van Ohm


Vermogen


Verbruik
P=UI
E=Pt
R=IU

Slide 16 - Diapositive

Elektrisch vermogen van een weerstand

Een weerstand van 115Ω is aangesloten op het lichtnet.
Bereken hoeveel joule energie de weerstand in 10 s gebruikt.

Stap 1: bereken I.→ 𝑰=𝑼/𝑹,  𝑼=𝟐𝟑𝟎𝑽, 𝑹=𝟏𝟏𝟓Ω,      𝑰=𝟐𝟑𝟎/𝟏𝟏𝟓=𝟐,𝟎𝑨 

Stap 2: bereken P.→ P=U.I,     P= 230 x 2,0= 460W

Stap 3: bereken E.→ E=P.t,      E= 460 x 10 = 4600 J

Slide 17 - Diapositive

vraag
Een adapter met een weerstand van 10.000 ohm is aangesloten op het stopcontact.
(geef antwoord in de volgende slides)
Bereken de stroomsterkte.
bereken het vermogen.
bereken hoeveel joule de adapter in een minuut gebruikt.

Slide 18 - Diapositive

Een adapter met een weerstand van 10.000 ohm is aangesloten op het stopcontact.
Bereken de stroomsterkte. R = U/I - I = U/R
A
0.23A
B
0.023A
C
43.5A
D
23,0A

Slide 19 - Quiz

Een adapter met een weerstand van 10.000 ohm is aangesloten op het stopcontact. (stroomsterkte = 0,023A)
Bereken het vermogen. (P = U.I)
A
5.3W
B
10.000W
C
0.023W
D
53W

Slide 20 - Quiz

Een adapter met een weerstand van 10.000 ohm is aangesloten op het stopcontact.
Bereken hoeveel energie in joule de adapter in een minuut verbruikt. vermogen = 5,3 W(E = P. t)
A
0.088J
B
5.3J
C
11.3J
D
318J

Slide 21 - Quiz

Op een strijkijzer staat 230V/ 2,2 Kw
Bereken de stroomsterkte van het strijkijzer

Slide 22 - Question ouverte

Op een strijkijzer staat 230V/ 9,6A
Bereken de weerstand van het strijkijzer

Slide 23 - Question ouverte

Op een strijkijzer staat 230V/ 8A
Bereken Het energieverbruik in kWh als je 70 minuten aan het strijken bent

Slide 24 - Question ouverte

Een lamp heeft een weerstand van 46 Ohm, de lamp staat 1,5 uur aan. Bereken hoeveel joule aan energie de lamp heeft verbruikt. (bereken eerst stroomsterkte, dan het vermogen en daarna het energieverbruik.)

Slide 25 - Question ouverte

huiswerk
bestuderen paragraaf 3.4 digitaal
maak de vragen 3.4 digitaal

Slide 26 - Diapositive