Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
VWO 1
WOORDENSCHAT
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het eind van de lessenserie ken je de woordraadstrategieën zoek een voorbeeld en zoek een tegenstelling.
Ook kun je deze woordraadstrategieën toepassen.
Slide 2 - Diapositive
Woordenschat H3 en 4
Woordraadstrategieën
- Zoek een voorbeeld
- Zoek een tegenstelling
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
H3: Zoek een voorbeeld
In teksten staan soms woorden die je niet kent. Je kent de woordraadstrategieën Zoek een synoniem en Zoek een omschrijving of definitie al.
Nu komt daar Zoek een voorbeeld bij. In teksten staan vaak voorbeelden om de tekst te verduidelijken. Signaalwoorden als: bijvoorbeeld, zoals, denk maar enz. geven een voorbeeld aan.
Slide 5 - Diapositive
Zoek een voorbeeld: Na signaalwoord
Voorbeeld -> na een signaalwoord
Griep heeft bekende symptomen, zoals hoofdpijn, koorts en duizeligheid.
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeld -> na een dubbele punt
Artsen adviseren bij griep de volgende remedies : een aspirientje, warme dranken en een paar dagen in bed blijven liggen.
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld -> voorafgaand aan een moeilijk woord/ begrip
Ouderen, jonge kinderen en mensen met verminderde weerstand zijn de risicogroepen bij een griepepidemie.
Slide 8 - Diapositive
Opdracht
Maak H3 woordenschat. Dit mag in duo's.
We beginnen met opdracht 3 en gaan deze nog in de les bespreken.
Daarna mag je verder werken met opdracht 4, 5, 6, 7, 8, 9
Slide 9 - Diapositive
Homoniem
1 woord met 2 (of meer) betekenissen
bank
Ik breng mijn geld naar de bank.
Ik zit lekker op de bank.
Slide 10 - Diapositive
Hoofdstuk 4 Woordenschat
Eerst even een filmpje!
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
H4: Zoek een tegenstelling
Naast Zoek een synoniem, Zoek een omschrijving of definitie of Zoek een voorbeeld kun je ook de woordraadstrategie Zoek een tegenstelling toepassen. In teksten staan tegenstellingen van woorden die je wellicht niet kent. Doordat je de tegenstelling wel kent, weet je ook wat het woord betekent.
Voorbeeld: melancholiek <--> opgewekt.
Slide 13 - Diapositive
Opdracht
Je gaat de bijbehorende de opdrachten online maken via het digitale materiaal van Nieuw Nederlands. Daar kun je ook het filmpje met de theorie zien.