SEMANA 24 - PRETÉRITO PERFECTO

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Meta Doel

Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé cómo se forma el pretérito perfecto weet ik hoe de 'pretérito perfecto' wordt gevormd (Spaanse verleden tijd / voltooid tegenwoordige tijd)

Pretérito perfecto

Hoe gebruik je deze tijd? Hoe maak je zinnen als:

Ik heb gevoetbald

Jij hebt een broodje gegeten

Wij zijn weggegaan van huis

Pretérito perfecto

Pretérito perfecto

Hoe gebruik je deze tijd? Hoe maak je zinnen als:

Ik heb gevoetbald He jugado al fútbol

Jij hebt een broodje gegeten Has comido un bocadillo

Wij zijn weggegaan van huis Hemos salido de casa

Pretérito perfecto

Let op, je gebruikt NOOIT tener of ser:

Ik heb gevoetbald Tengo He jugado al fútbol

Jij hebt een broodje gegeten Tienes Has comido un bocadillo

Wij zijn weggegaan van huis Somos Hemos salido de casa

Perfecto: irregulares

Deberes Huiswerk

leren: pretérito perfecto (aantekeningen van vandaag)

maken: werkblad pretérito perfecto

Meta Doel

Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé usar el pretérito perfecto kan ik de 'pretérito perfecto' gebruiken (Spaanse verleden tijd / voltooid tegenwoordige tijd)

Repaso Herhaling

Hoe werkt de 'pretérito perfecto'?

Welke onregelmatig voltooid deelwoorden ken je nu?

Verleden tijd (Perfecto):
hablar - yo

Verleden tijd (Perfecto):
nosotros - comer

Verleden tijd (Perfecto):
ella - vivir

Verleden tijd (Perfecto):
ver(!) - ellos

Verleden tijd (Perfecto):
ellos - escribir(!)

Verleden tijd (Perfecto):
vosotros - caminar

Verleden tijd (Perfecto):
poner(!) - nosotros

Deberes

Corregimos la ficha (werkblad) sobre el perfecto...

¿Qué has hecho esta semana?

Schrijf een tekst over wat je deze week ("esta semana") allemaal hebt gedaan. Gebruik minimaal tien verschillende werkwoorden. Gebruik alleen maar de pretérito perfecto.

Over 20 min. presenteren en inleveren.

Klaar? Maak LT 125 (herhaling).

Deberes Huiswerk

leren: pretérito perfecto

maken: LT 111-112/ejs 7,8,9,10 + LT p 125/ejs 4,5a,6a (herhaling)

doen: voorbereiden op de toets in de toetsweek (H9,H10,Perfecto)