Persoonlijke e-mail les 1 ( vervolg op 1.5. schrijftaak )

Persoonlijke e-mail schrijven
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Persoonlijke e-mail schrijven

Slide 1 - Diapositive

Wat weet ik al over een
persoonlijke e-mail?

Slide 2 - Carte mentale

Lesdoel
  • Ik weet wat het tekstdoel en leespubliek is bij een persoonlijke e-mail.
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een persoonlijke e-mail.
  • Ik weet  dat informeel taalgebruik hoort bij een persoonlijke e-mail.

Slide 3 - Diapositive

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een persoonlijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk kent.

Bijvoorbeeld:
vader, moeder, opa, oma, tante, oom, nicht, neef, vriend of vriendin.

Slide 4 - Diapositive

Tekstdoel
Waarom schrijf je de persoonlijke e-mail?

Bijvoorbeeld:
  • omdat je wilt vertellen hoe het met je gaat.
  • omdat je iemand wilt uitnodigen.
  • omdat je iets leuks hebt meegemaakt.
enz. 

Slide 5 - Diapositive

Taalgebruik

Een persoonlijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een persoonlijk e manier aan. Met je en jij. En niet met u.  

Dit noem je informeel taalgebruik. Dus: je en jij!

Slide 6 - Diapositive

Indeling 

Bekijk de e-mail van Jeroen. Je krijgt deze e-mail van je docent.

Samen met je docent ga je bekijken hoe een persoonlijke e-mail eruit moet zien.

Slide 7 - Diapositive

Juiste vorm
Aan: e-mail adres van de geadresseerde ( degene die de e- mail moet ontvangen.)
Onderwerp: In ongeveer 2 tot 3 woorden omschrijven waar de e-mail over gaat.

Aanhef: Dag Jeroen,

Inleiding: Je vraagt hoe het gaat en vertelt waarom je schrijft. ( Bijv: Ik heb een hele leuke vakantie gehad en daar wil ik je over vertellen)

Kern: Je vertelt over je vakantie en wat je daar hebt meegemaakt.

Slot: Je vraagt of hij/ zij je een e-mail terug stuurt.

Slotformule: Groetjes, Liefs,

Je naam: Sharina

Slide 8 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik u en jij gebruik in mijn tekst.
C
Waarom ik de tekst schrijf.

Slide 9 - Quiz

In de kern........
A
Vraag ik hoe het het gaat.
B
Vraag ik of hij/ zij mij terug schrijft.
C
Vertel ik bijvoorbeeld over mijn vakantie.

Slide 10 - Quiz

Een passende slotformule voor mijn persoonlijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Hoogachtend,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 11 - Quiz