veilig medicijnen delen doe je zo week 1

Medicijnen delen doe je zo?
2024 - Jenine en Marjan
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GezondheidszorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Medicijnen delen doe je zo?
2024 - Jenine en Marjan

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet een verpleegkundige weten als hij/ zijn medicatie wil geven?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wil jij leren?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

veilig medicijnen delen doe je zo week 1
WAT GAAN WE DE KOMENDE 8 WEKEN DOEN?​

 

KIJKEN IN E-TO (LWP14479) ​
DOORNEMEN READER LWP VEILIG MEDICATIE DELEN DOE JE ZO​
-SCHRIJF JE VRAGEN OP​

WAT WIL JE LEREN TIJDENS DEZE LWP: MAAK 2 DOELEN EN ZET DEZE IN E-TO ( EERST GOED LATEN KEUREN VOORDAT JE ZE DEFINITIEF MAAKT)​





timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat moet je inleveren/ doen voor deze LWP
/ om een GO te krijgen

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

3 onderdelen
theorie medicatie
theorie rekenen
praktijk

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier wil je kennis krijgen over dit onderwerp?
ik wil zelf onderwerpen opzoeken en uitwerken
ik wil les krijgen over de onderwerpen
ik wil e-learnings maken
ik wil een verslag schrijven over alle onderdelen

Slide 7 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu medicatie in het algemeen
Weet je:​

  1. WELKE MIDDELEN VALLEN ONDER DE NAAM “ MEDICIJNEN”​?
  2. DE TOEDIENINGSVORMEN EN TOEDIENINGSWIJZEN​?
  3. WAT DE SAMENSTELLING EN NAMEN VAN GENEESMIDDELEN ZIJN​?
  4. BELANGRIJKE BEGRIPPEN UIT TE LEGGEN​?
  5. WAAR JE INFORMATIE OVER MEDICIJNEN KAN VINDEN​?
  6. WEET JE WELKE WET BELANGRIJK IS BIJ MEDICATIE GEVEN?







Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geneesmiddelen zijn stoffen die gebruikt worden voor een medisch doel: Voor diagnose, behandeling en preventie van ziekten en klachten​
werking
voorbeeld
voorkomen van ziekte (profilactische werking)
DKTP, griepprik, anti epileptica, antibiotica
bestrijden van de oorzaak van een ziekte of handicap (causale werking)
antibiotica (vernietiging van bacterien zoals penicilline)
bestrijden of verzachten ten gevolge van een ziekte of handicap(symptoom bestrijding)
analgetica ( pijnstilling zoals paracetamol)
laxantia (laxeermiddel bij obstipatie)
psychofarmaca (beinvloeden stemming bij psychische of psychiatrische aandoeningen)
slaapmiddelen
aanvullen van te korten
ijzerpreparaten ( bloedarmoede)
anticoagulantica ( stollingsremmers)
verminderen van klachten door suggestie
placebo

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

toedieningsvormen
TABLET ​

DRAGEE ​
CAPSULE​
ZETPIL (SUPPOSITORIUM) = supp)
INHALATIEMIDDEL​
PLEISTER​
DRANK
VLOEISTOF VOOR INJECTIE OF INFUUS​






Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lokale toediening 

het middel is meteen op de plaats van de werking:

inhalatie​
 darmspoeling​
 oogdruppels​
 neusdruppels​
zalf








Systematische toediening​

Het middel gaat via een ander orgaansysteem-en dan vaak via het bloed-naar de plaats waar het moet werken
Enteraal:​

Per os, oraal, ​rectaal​

Parenteraal:​

Per injectie of infuus​
s.c. = subcutaan ( onderhuids)​
i.v. = intraveneus (in de aders)​
i.m. = Intramusculair ( in een spier)​


Via een pleister (transdermaal)​





Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

chemische naam/ soort naam, verwijst naar groep medicijnen met de zelfde chemische basis


generieke/ stof naam, verwijst naar de werkzame (hoofd) stof
merknaam/ handelsnaam, verwijst naar het merk die de fabrikant heeft gegeven
benzodiazepine
diazepam
valium
selectieve 
serotonineheropnameremmers
fluoxetine
prozac
cumarineproduct
acenocoumarol
sintrom
bacteriedodend antibioticum
flucloxacilline
floxapen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat betekend een voorbehouden handeling
A
een handeling die iedereen mag uitvoeren
B
een handeling die je alleen uitvoert als de zorgvrager dat vraagt
C
een handeling die je uitvoert wanneer jij er tijd voor hebt
D
een risicovolle medische handelingen die alleen bevoegde zorgverleners uit mogen voeren

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

stage ervaring
hoe worden medicijnen gedeeld
positieve ervaring
negatieve ervaring
wat heb jij ervan geleerd
hoe word er om gegaan met medicatie fouten?
wel eens van een MIC. gehoord?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat betekend bevoegd zijn?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

wat betekend bekwaam zijn?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

je bent bevoegd en bekwaam om medicijnen te geven als je je diploma hebt gehaald
eens
oneens
weet ik niet
altijd

Slide 17 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat tijdens je BPV starten met medicijnen delen. Wat zou je vooraf willen weten?

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
geneesmiddelen algemeen
professioneel omgaan met medicijnen
oefenen met:  oog/ oor/ neusspray, zalven

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt een recept nodig. Wat moet er allemaal op dat recept staan?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maak groepjes van max. vier personen en zoek op wat deze begrippen betekenen.
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Bijwerkingen zijn onbedoeld en ongewenst effect van het medicijn. Geeft vaak een nadelig effect.
Er bestaan vele bijwerkingen. Ze worden onderverdeeld in verschillende categorieën; vaak, soms. Zelden, zeer zelden.
Patienten moeten weten van de bijwerkingen voordat hij ermee start. Bij het innemen van verschillende medicijnen kan interactie optreden.
div. Soorten interacties: - versterkende werking op elkaar of inactief worden van het medicijn.
Gewenning= je hebt steeds meer werkzame stof nodig om het gewenste effect te bereiken
Verslaving = iemand is geestelijk en lichamelijk afhankelijk van het medicijn. Gaat dus verder dan gewenning. Bekend zijn opiaten.
Zwanger en medicatie= kan nadelige gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind en op de borstvoeding
Interactie= voeding en geneesmiddelen kunnen elkaar onderling beinvloeden, is meestal ongewenst. Bijv sint-janskruid heeft veel invloed op reguliere medicijnen.
Resistentie= ongevoeligheid tegen bepaald medicijn- het werkt dus niet meer. Bijv antibiotia
Overgevoeligheidsreactie= huiduitslag, braken, diaree, misselijkheid. Voor bep. Stof die medicatie bevat.
Cumulatie= ophoping van medicijn in het lichaam. Bijv digoxine, kan ernstige hartritmestoornissen geven.
Acute reacties kunenn shock en coma veroorzaken of bij suide poging

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

waar let je op als je medicijnen gaat delen?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is belangrijk bij het bewaren van medicijnen?
A
medicijnen moeten in het donker bewaard worden
B
Medicijnen moeten in de originele verpakking bewaard worden
C
Medicijnen moeten op een veilige plaats voor kinderen bewaard worden
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Ziekenhuizen > 300 bedden verplicht ziekenhuisapotheker in dienst

Rondom medicatie is belangrijke wetgeving. Geen proeven op zwangere vrouwen
Nadat alle onderzoeken voor registratie van een medicijn zijn gedaan, blijven er op de 1000 voorgestelde medicijnen slechts ongeveer twee over voor daadwerkelijke registratie.
Als een medicijn in aanmerking komt voor registratie, kan de fabrikant voor dat middel octrooi aanvragen. Dan mag hij gedurende een vastgestelde periode (een aantal jaren) als enige dit medicijn gaan produceren. Na afloop van deze periode kan iedere fabrikant het medicijn gaan produceren.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek in Vilans onderstaande onderwerpen op:
Medicijntoediening via de mond
Malen van medicijnen
  1. Welke vloeistoffen worden gebruikt bij medicijninname?
  2. Welke orale toedieningsvormen zijn er?
  3. Wat betekent sublinguale toediening?
  4. Waarom moeten sommige medicijnen nuchter en andere medicijnen met eten ingenomen?
  5. Waarom mogen niet alle medicijnen gemalen worden?



Slide 33 - Diapositive

Vilanskickprotocollen.nl
Inlognaam: Hoornbeeck
Wachtwoord: Vaardigheden

Zoek op internet op hoe je een medicijn met een vertraagde afgifte kunt herkennen

Slide 34 - Diapositive

ChronoCR = controlled release
Diff = diffucaps
Dur = durettes
FAS = facilitated absorption system
HBS = hydrodynamic balanced system
LA = long acting
OROS = oral resorption osmotic system
Per longettes
PL = pro longatum
Retard SA = slow action
UNI•UNO = gewijzigde vrijgifte, slechts 1 inname per dag
ZOK = zero order kinetic
XR = extended release
begrippen/begrepen?
indicatie
werking en doel
placebo
bijwerkingen
interactie/ antagonisme
gewenning
zwangerschap, lactatie, kinderen
voorbehouden handeling
BIG bevoegd/bekwaam

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarover gaan de 5 j's bij medicatie geven?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions