Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Planning:
Introductie
Uitleg: paragraaf 3 H2 de stad uit/ H4 het dorp Beesd + B159
maken opdracht 1 t/m 4
nabespreken paragraaf 3
afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
wat de redenen voor vertrek en vestigen in een andere stad of ander land zijn
uitleg
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
uitleg/aantekeningen
Slide 3 - Diapositive
uitleg kgt:
Slide 4 - Diapositive
Redenen
Om een stad te verlaten worden "vertrekreden" genoemd!
redenen kunnen zijn: de druk, te duur, te weinig ruimte
uitleg
Slide 5 - Diapositive
Redenen
Om dat iemand naar een bepaalde plaats toe verhuist worden ook wel "vestigingsredenen"
genoemd!
denk aan: dichter bij voorzieningen, meer werk
uitleg
Slide 6 - Diapositive
Wat is mobiliteit?
De mogelijkheid dat mensen hebben om zich te verplaatsen.
uitleg
Slide 7 - Diapositive
groeiekern
Vanaf 1960 werd Nederland rijker en konden meer mensen een auto betalen. Met als gevolg dat mensen verder gingen reizen.
De overheid wilde niet dat heel Nederland werd volgebouwd, waardoor er groeikernen (een dorp of stad waar veel mensen uit een naburige stad zijn komen wonen) werden aangewezen.
uitleg
Slide 8 - Diapositive
uitleg m/h:
Slide 9 - Diapositive
Het dorp Beesd
Een klein dorp met 3000 inwoners.
Het ligt niet zover bij Utrecht vandaan.
Vroeger: Boeren en landbouw
Nu: Weinig boeren, veel mensen die in de stad werken.
Het ligt op het platteland. Wat zijn kenmerken van het platteland?
uitleg
Slide 10 - Diapositive
Kenmerken van het platteland
- weinig bebouwing
- veel open ruimte
- veel ruimte voor landbouw, natuur en recreatie
- weinig voorzieningen: een supermarkt, bakker en slager soms wel, maar een H&M of een Only is er niet
Slide 11 - Diapositive
Dorp
Een dorp zoals Driehuis heeft enkele duizenden inwoners, een kerk, wat boerderijen, een school en wat winkels.
uitleg
Slide 12 - Diapositive
Stad
Een woonplaats met meer dan 10 000 inwoners noemen we een stad.
In IJmuiden wonen 32 000 inwoners, er zijn veel grote gebouwen en veel bedrijven.
uitleg
Slide 13 - Diapositive
Stad
Veel voorzieningen
Tienduizenden inwoners
Veel gebouwen/wegen
Weinig natuur
Veel werk
Dorp
Weinig voorzieningen
Paar duizend inwoners
Weinig gebouwen/wegen
Veel natuur
Weinig werk
uitleg
Slide 14 - Diapositive
hoogbouw
woningen dichter op elkaar
meer voorzieningen
veel bedrijven
verzorgingsgebied voor dorpen eromheen
meer werkgelegenheid
landbouw en akkers
vrijstaande huizen
natuurgebieden met vrije tijdsvoorzieningen: fietspaden, recreatiegebied
weinig voorzieningen( geen stedelijke/ speciale)
adressendichtheid
uitleg
Slide 15 - Diapositive
lezen paragraaf 3 H2 de stad uit
maken opdracht 1 t/m 4 gebruik hierbij: tekstboek blz. 28/29 werkboek blz. 30 stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
lezen paragraaf 3 H4 het dorp Beesd+ B159
maken opdracht 1 t/m4 gebruik hierbij:
tekstboek blz. 60/61
werkboek blz. 63
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
5:00
kgt: zelfstandig werken in stilte
m/h: zelfstandig werken in stilte
Slide 16 - Diapositive
herhalen/nabespreken
Slide 17 - Diapositive
Wat is een groeikern?
A
Een moderne woonwijk bij een stad
B
Een dorp of stad waar mensen uit buurstad komen wonen.
Slide 18 - Quiz
Wat is een vertrekreden:
A
criminaliteit
B
drukte
C
winkels
D
overlast
Slide 19 - Quiz
Wat was geen vertrekreden van deze mensen?
A
Vrijheid
B
Oorlog
C
Armoede
D
Werkloosheid
Slide 20 - Quiz
Het gemak waarmee iemand zich verplaatst
A
bereikbaarheid
B
mobiliteit
C
forens
Slide 21 - Quiz
Toename van de werkgelegenheid leidt tot een toename van....?
A
welvaart
B
welzijn
C
mobiliteit
D
congestie
Slide 22 - Quiz
wat is mobiliteit?
A
de mogelijkheid om je ter verplaatsen
B
alle vervoersmiddelen
C
het verkeer
D
telefoons
Slide 23 - Quiz
Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie
Slide 24 - Quiz
Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen
Slide 25 - Quiz
Het verzorgingsgebied
De reikwijdte bepaald uiteindelijk het verzorgingsgebied.
Het verzorgingsgebied van een stad is groter dan dat van een dorp.
Het verzorgingsgebied is het gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten.