PA 1 H1 Lidwoorden/Enkelvoud/Meervoud/SER/ESTAR

Paso Adelante 1 - Hoofdstuk 1
Lidwoorden: de/het/een
Enkelvoud/Meervoud
Mannelijke/Vrouwelijke woorden
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paso Adelante 1 - Hoofdstuk 1
Lidwoorden: de/het/een
Enkelvoud/Meervoud
Mannelijke/Vrouwelijke woorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is het meervoud van...?
chica

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het meervoud van...?
camping

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het meervoud van...?
holandés

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het meervoud van...?
participante

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het meervoud van...?
simpática

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het meervoud van...?
supermercado

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het meervoud van...?
canción

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het meervoud van...?
ciudad

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Het juiste lidwoord voor CHICA is...
timer
0:45
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 12 - Quiz

Het juiste lidwoord voor PISCINA is...
timer
0:45
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 13 - Quiz

Het juiste lidwoord voor ESTACIÓN is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 14 - Quiz

Het juiste lidwoord voor RESTAURANTE is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 15 - Quiz

Het juiste lidwoord voor FARMACIAS is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 16 - Quiz

Het juiste lidwoord voor HOSPITALES is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Het juiste lidwoord voor HOSPITALES is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 19 - Quiz

Het juiste lidwoord voor CINE is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 20 - Quiz

Het juiste lidwoord voor TIENDAS is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 21 - Quiz

Het juiste lidwoord voor ESPAÑOLAS is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 22 - Quiz

Het juiste lidwoord voor AMIGAS is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 23 - Quiz

Het juiste lidwoord voor HOLANDÉS is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 24 - Quiz

SER = Zijn



YO (ik)
(jij)
EL/ELLA/USTED (hij/zij/u)
NOSOTROS/NOSOTRAS (wij)
VOSOTROS/VOSOTRAS (jullie)
ELLOS/ELLAS (ze)

(nationaliteit, permanente eigenschappen, wie je bent, je beroep)

SOY (ben)
ERES (bent)
ES (is)
SOMOS (zijn)
SOIS (zijn)
SON (zijn)

Slide 25 - Diapositive

Je gebruikt het werkwoord SER voor tijdelijke eigenschapen?
JA
NEE

Slide 26 - Sondage

Je gebruikt het werkwoord SER om je nationaliteit door te geven
JA
NEE

Slide 27 - Sondage

Slide 28 - Lien

Kies voor de juiste vorm van het werkwoord SER
Nosotros ... participantes
A
SOIS
B
ERES
C
SON
D
SOMOS

Slide 29 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van het werkwoord SER
Yo ... holandés
A
ERES
B
SOY
C
ES
D
SOMOS

Slide 30 - Quiz

ESTAR = Zijn



YO (ik)
(jij)
EL/ELLA/USTED (hij/zij/u)
NOSOTROS/NOSOTRAS (wij)
VOSOTROS/VOSOTRAS (jullie)
ELLOS/ELLAS (ze)

(locatie gebouwen en personen, toestanden, gevoelens)

ESTOY (ben)
ESTÁS (bent)
ESTÁ (is)
ESTAMOS (zijn)
ESTÁiS (zijn)
ESTÁN (zijn)

Slide 31 - Diapositive

Kies voor de juiste vorm van het werkwoord ESTAR
Yo ... BIEN
A
ESTÁ
B
ESTOY
C
ESTÁS
D
ESTAMOS

Slide 32 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van het werkwoord ESTAR
ELLOS ... CANSADOS (MOE)
A
ESTÁS
B
ESTOY
C
ESTÁN
D
ESTAMOS

Slide 33 - Quiz

tres
cinco
uno
cuatro
dos
1
2
3
4
5

Slide 34 - Question de remorquage

Begrijp je het verschil tussen SER en ESTAR?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage