Les over persoonsvorm en onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Les over persoonsvorm en onderwerp

Waarom belangrijk?

Voor het maken van goede zinnen.

Onderwerp + persoonsvorm = zin!

Wat is de persoonsvorm?

Vorm van het werkwoord dat afhankelijk is van de persoon in de zin. 

Ik = ik loop
Hij = hij loopt
Wij = wij lopen

Hoe vind je de persoonsvorm?

Zet de zin in een andere tijd. 

Rseel loopt met haar konijn naar de supermarkt.

1. Liz
2. Konijn
3. Loopt
4. De supermarkt

Weyni was met Leon aan het voetballen.

1. Weyni
2. Voetballen
3. Was
4. Leon

Jentje speelt Fifa 25 met Samson.

1. Jentje
2. Speelt
3. Fifa 25
4. Samson

Gisteren ging Jayla naar haar werk.

1. Evy
2. Ging
3. Haar werk
4. Gisteren

Jamairo gaat slapen, want hij is moe.

Onderwerp

Hoe kan je het onderwerp vinden?

Persoonsvorm = wie of wat doet het?

Tijdens het EK keek Iske geen voetbal.

1. het EK
2. Iske
3. Keek
4. Voetbal

Yaser fietste gisteren met een lekke band.

1. Yaser
2. Fietste
3. Gisteren
4. Een lekke band

Nathanael, Ajani en Garcia hebben Uno gespeeld in de kantine.

1. Nathanael, Ajani en Garcia
2. Hebben
3. Uno
4. Gespeeld

De televisie maakte gisteren een raar geluid bij oma.

1. Oma
2. De televisie
3. een raar geluid
4. Maakte

Waarom is het belangrijk om eerst de persoonsvorm te vinden en daarna pas het onderwerp?

Aan de slag!