Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Samen nakijken opdrachten
20, 21,en 32
Slide 1 - Diapositive
2.3 Ben jij verzekerd?
Deze paragraaf ga je zelfstandig maken.
Opdracht bij zelfstandig werken:
Omschrijf in je eigen woorden de volgende begrippen en geef er een voorbeeld van: risico-aversie, asymmetrische informatie, moral hazard, Averechtse selectie, premiedifferentie. Maken opdrachten 38, 40 t/m 41, 45 t/m 51
Slide 2 - Diapositive
2.3 Ben jij verzekerd?
Mensen verzekeren zich omdat ze vaak een risico-aversie hebben. Gedrag om risico te vermijden heet risico-aversie.
Slide 3 - Diapositive
Verzekeringskosten berekenen
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Moral hazard/ moreel wangedrag
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Wat betekent risicoaversie?
A
Angst voor risico's uit het verleden
B
Informatie zoeken over risico's
C
Roekeloos gedrag vertonen
D
De mate waarin mensen afkerig zijn van risico's
Slide 10 - Quiz
Wat is premiedifferentiatie ?
A
Mensen een premie berekenen die veel te hoog is
B
Mensen een premie berekenen niet bij hun risico past
C
Mensen een premie berekenen die anders dan anders is
D
Mensen een premie berekenen die bij hun risico past
Slide 11 - Quiz
Wat is premie?
A
De verzekering zelf
B
De schade die wordt uitbetaald
C
Het bedrag dat je iedere maand betaalt aan je verzekering
D
De verzekeringsmaatschappij
Slide 12 - Quiz
Solidariteit bij verzekeren houdt in dat
Leerdoel 30
A
mensen met een hoog inkomen meer premie betalen
B
mensen met een hoog inkomen meer assurantiebelasting betalen
C
de premie laag kan blijven als iedereen verzekerd is
D
iedereen hetzelfde aan premie moet betalen
Slide 13 - Quiz
Wat is averechtse selectie ?
A
als de verzekeraar premiedifferentiatie toepast
B
als de slechte risico's de verzekering verlaten
C
Als de goede risico's de verzekering verlaten
D
Als iedereen zich verzekert
Slide 14 - Quiz
Moreel wangedrag (Moral Hazard) is:
A
Dat alleen slechte risico's zich verzekeren.
B
Dat alleen goede risico's zich verzekeren.
C
Roekeloos gedrag vertonen omdat je toch verzekerd bent.
D
Voorzichtig zijn om je premie te drukken.
Slide 15 - Quiz
Wanneer je een verzekering afsluit betaal je als verzekeraar premie aan de verzekerde.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 16 - Quiz
Bij asymmetrische informatie
A
..kunnen mensen niet tegelijkertijd communiceren
B
..gaat het om informatie die niet meetbaar is
C
...heeft de ene partij meer informatie dan de andere partij
D
...hebben kopers een hogere betalingsbereidheid
Slide 17 - Quiz
Bij een WA-verzekering ben je
A
Verzekerd tegen schade aan je auto
B
Verzekerd tegen schade aan anderen (door jouw auto)
C
Verzekerd tegen schade aan je auto en schade aan anderen (door jouw auto)
D
Verzekerd tegen schade en diefstal van jouw auto
Slide 18 - Quiz
Een WA-verzekering is ...
A
Optioneel
B
Alleen verplicht bij een nieuwe auto / scooter
C
Verplicht voor alle motorvoertuigen
D
Verplicht voor brommers
Slide 19 - Quiz
Mo heeft een reisverzekering afgesloten voor zijn vakantie naar Marokko. De premie bedraagt € 12,50. De poliskosten zijn € 2,50 De assurantiebelasting is 21%.