Mens en Zorg H 3 en 4

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3,4

Startklaar 

Welkom klas! In 5 minuten starten we de les!

Jassen aan de kapstok 

Oortjes in de tas 

Mobiel in de zakkie 

Schoolspullen op tafel 

Laptop dicht op tafel

Tas van tafel 

Terugblik-opdracht

Doelen

Aan het einde van de les..

• De leerlingen eten op welke manier ze een gesprek voert met een zorgvrager
• De leerlingen weten waarop je moet letten in de persoonlijke verzorging van een zorgvrager.
• De leerlingen kunnen een cliënt ondersteunen bij de persoonlijke verzorging
• De leerlingen kennen hulpmiddelen voor bij de toiletgang
• De leerlingen weten wat zelfredzaamheid, privacy en autonomie is

Handhygiëne

Handen wassen, Handen desinfecteren en Handen verzorgen

- Nagels kort en schoon

- Geen kunstnagels

- Geen nagellak

- Geen ringen, armbanden en horloges

Respectvolle bejegening/ respectvolle omgang

- Geen verschil tussen zorgvragers

- Zorgvuldig omgaan met persoonlijke eigendommen

- Luisteren naar de wensen van de zorgvragers

- Geen vertrouwelijke informatie over zorgvragers aan anderen vertellen

- Rekening houden met normen en waarden van de zorgvrager

Normen en waarden

Normen = Regels en Richtlijnen, hoe je je hoort te gedragen.

Waarden = Idealen, motieven of achterliggende ideeën. Deze worden als groep, samenleving als waardevol ervaren en als belangrijk gezien.

Normen en waarden:

Wat zijn normen?

Wat zijn waarden?

Voorbeelden.

Normen staat voor wat je normaal vindt

Waarden staat voor wat je waardevol oftewel belangrijk vindt 

Verbaal en non verbaal

Verbaal: De woorden die je zegt

Non-verbaal: Communicatie zonder woorden

Voeren van een gesprek: Actief luisteren

- durf stiltes te laten vallen

- Laat je niet afleiden

- Knik af en toe

- Maak oogcontact

- Neem de tijd

- Laat de ander uitpraten

- Let op non-verbalen signalen

Vragen over de video

Wat zag je aan de mevrouw toen zij de brief kreeg?

Wat vind je van de reactie van de verzorgende?

Hoe zou jij reageren?

Privacy en intimiteit:

Wat is dat?

Hoe doe je dat in de zorg?

Wat is een intieme zone?

Persoonlijke verzorging

- Verzorging van de huid

- Haarverzorging

- Mondverzorging

- Hulp bij aan- en uitkleden

- Hulp bij naar het toilet gaan

- Hulp bij het eten en drinken

Mondverzorging:

Waarom zo belangrijk?

Wensen en behoeften.

Ontwikkeling van het gebit.

Samenstelling van het gebit.

Hulp bij aan- en uitkleden:

Veel geduld en begrip.

Wensen en behoeften.

Vertel wat je doet.

Hulp bij het naar toilet gaan:

Incontinentie.

Incontinentiemateriaal

hulpmiddelen

Autonomie:

Wat is het.

Hoe deed de moeder dat in het filmpje?

Zelfredzaamheid:

Wat is het.

Waar gaat de zorgvrager aan werken in het filmpje?

Waarom is zelfredzaamheid belangrijk?

Leg uit wat privacy is.
Hoe doe je dat in de zorg?

Opdracht:

Lezen: blz. 173 t/m 178.

Maken opdracht 

3.05 (blz. 174)

3.08 (178)

3.09 B (blz. 179) 

3.10 (blz. 181)

Opdracht:

Lezen blz. 209 t/m 216.

Maken: opdracht 4.20 (blz. 211/212), opdracht 4.21 (blz. 213), opdracht 4.23 (blz. 215), opdracht 4.24 (blz. 217).

 

Klas 4

Praktijkopdracht

• Helpen bij het aan en uitkleden 
• Helpen bij stoel naar rolstoel 
• Helpen bij het lopen met een rollator 

Reader

Rekenopdracht 2

Wat is empathie?

1. contact gestoord
2. inlevingsvermogen
3. sociaal gedrag
4. inspanning

Wat is een voorbeeld van Empathie?

1. Boodschappen doen voor de oude buurman
2. Je niet kunnen inleven in een ander.
3. Luisteren en begrip tonen naar iemand die net z'n partner is verloren.
4. Tijdens een voetbalwedstrijd woorden naar de scheidsrechter roepen.

Wat is een goed voorbeeld van een norm?

1. We keuren agressief gedrag af.
2. Je mag geen geweld plegen.
3. We waarderen het als iemand geduldig met kinderen omgaat.
4. We stellen eerlijkheid erg op prijs.

Wat zijn waarden?

1. Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
2. Hetzelfde als normen
3. Regels die de wet bepaalt
4. Wat anderen belangrijk vinden

Waarden zijn cultuur- en persoonsafhankelijk 

Wat gebruik je bij verbale communicatie?

1. Woorden
2. Lichaamstaal
3. Gebaren
4. Zowel woorden als gebaren

Non-verbale communicatie is

1. Bellen
2. Zwaaien
3. Gedag zeggen
4. Begroeten

Als ik actief luister dan...

1. Kijk ik de ander aan
2. Doe ik twee dingen tegelijker tijd
3. Maak ik ondertussen notities
4. Luist ik alleen maar

Wat is een open vraag

1. Heb je huisdieren?
2. waarom heb je voor die sport gekozen?
3. Is het leuk om te tennissen?
4. krijg jij genoeg zakgeld?

Wat is een gesloten vraag?

1. Ben jij morgen jarig?
2. Vier je morgen je verjaardag?
3. Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
4. Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Huiswerk 

Lezen 

blz. 

Maken 

blz. 

Inleveren via LessonUp