KLOKKIJKEN DIGITAAL

De wijzers
Grote wijzer (het lange mannetje)
Geeft de minuten aan.
Elke keer als de grote wijzer 
een rondje heeft gemaakt is 
het een uur later. 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

De wijzers
Grote wijzer (het lange mannetje)
Geeft de minuten aan.
Elke keer als de grote wijzer 
een rondje heeft gemaakt is 
het een uur later. 

Slide 1 - Diapositive

De wijzers
Kleine wijzer (kleine mannetje):
Geeft de uren aan.  
Telt hoeveel rondjes er al 
voorbij zijn.

Slide 2 - Diapositive

Hulpmiddel
 (de beek) 
muurtje

Slide 3 - Diapositive

Hoe zit dat eigenlijk met die minuten in het uur?
  • Een kwartier =             min.
  • Een halfuur =               min.     
  • Drie kwartier =            min.

Slide 4 - Diapositive

Hoe laat is het?
Samen oefenen
's ochtends:            

                              

's avonds:                

Slide 5 - Diapositive

Digitale klok 
De digitale klok geeft op een dag 
2x de tijden weer.
Een keer met cijfers
00:00 tot 11:00. (nacht & ochtend)
En een keer met de cijfers
12:00 tot 23:00 (middag & avond)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ochtend --> Avond
  • Een dag heeft 24 uur.
  • Elke tijd zit twee keer in de klok 
  • 03:00 's nachts en 15:00 's middags
  • Om de digitale tijd uit te rekenen doe ik + 12 uur of - 12 uur. 
  • Het ligt eraan of het ochtend of avond is hoe ik het uit moet rekenen.

Slide 8 - Diapositive

+ 12 uur of - 12 uur?
  • 03:00 --> 
  • 16:00 --> 
  • 07:00 --> 
  • 21:00 --> 
  • 08:00 --> 
  • 23:00 --> 

Slide 9 - Diapositive

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
06.00 en 18.00
B
09.00 en 21.00
C
05.00 en 17.00
D
03.00 en 15.00

Slide 10 - Quiz

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
02.00 en 14.00
B
08.00 en 20.00
C
05.00 en 17.00
D
09.00 en 21.00

Slide 11 - Quiz

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
07.00 en 19.00
B
05.00 en 17.00
C
04.00 en 16.00
D
12.00 en 00.00

Slide 12 - Quiz

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
01.00 en 13.00
B
08.00 en 20.00
C
06.00 en 18.00
D
09.00 en 21.00

Slide 13 - Quiz

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
07.00 en 19.00
B
05.00 en 17.00
C
02.00 en 14.00
D
12.00 en 00.00

Slide 14 - Quiz

Je schrijft het uur op dat al geweest is.






            8:00                                          6:30                                           5:45


8 uur
half 7
kwart voor zes

Slide 15 - Diapositive

Hoelaat is het als je op de wekker
06:10 ziet staan?
A
10 voor 6 in de ochtend
B
10 voor 6 in de middag
C
10 over 6 in de ochtend
D
10 over 6 in de middag

Slide 16 - Quiz

Hoe laat is het?
A
7:00
B
12:40
C
9:00
D
8:00

Slide 17 - Quiz

Hoe laat is het?
A
11:45
B
10:45
C
9:55
D
9:50

Slide 18 - Quiz

Hoe laat is het?
A
2:30
B
6:10
C
1:30
D
6:05

Slide 19 - Quiz

Hoe laat is het?
A
9:15
B
10:15
C
3:45
D
3:50

Slide 20 - Quiz

Hoe laat is het?
A
10:30
B
11:30
C
6:50
D
6:55

Slide 21 - Quiz

Hoe laat is het?
A
3:25
B
6:15
C
5:15
D
3:30

Slide 22 - Quiz

Hoe laat is het?
A
5:00
B
12:25
C
1:25
D
6:00

Slide 23 - Quiz

Hoe laat is het?
A
9:00
B
11:45
C
12:45
D
9:55

Slide 24 - Quiz

Hoe laat is het?
05:45 uur
A
kwart voor 5
B
kwart voor 6

Slide 25 - Quiz

Hoe laat is het?
18:50 uur
A
10 voor 6
B
10 voor 7
C
10 over 6
D
tien over 7

Slide 26 - Quiz


Wat heb jij dit 

Slide 27 - Diapositive