6.2 - Biotoop onder de loep T1

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving

6.1 - Naast de deur

6.2 - Biotoop onder de loep

6.3 - Eten of gegeten worden

6.4 - Een kringloop

6.6 - Langs de kust (VWO)

6.1 - Naast de deur

Bladzijde 120

Alle levende organismen

Dierenrijk

Plantenrijk

Schimmelrijk

Bacterierijk

Wie leeft waar?

Organismen hebben plaatsen waar zij leven

Eekhoorns wonen niet op het strand, meeuwen niet in een bos

Gebied waar de omstandigheden het beste zijn: biotoop

Voorbeelden van een biotoop: woestijn, bos, strand, stad

Afhankelijk van invloeden

Biotische invloeden

Abiotische invloeden

Invloeden

Een eekhoorn in een bos:

Voorbeelden van biotische invloeden?

Voorbeelden van abiotische invloeden?

Biotische invloeden

- Voedsel

- Roofvijanden

- Soortgenoten

- Ziekteverwekkers

- Concurrenten

-Schuilplaats

Abiotische invloeden

- Water

- Licht

- Temperatuur

- Wind

-Bodem

- Schuilplaats

6.2 - Biotoop onder de loep

Bladzijde 157

Concurrenten

Vink, specht, koolmees en boomkruiper eten insecten

Ze zijn concurrenten

Zoeken hun eten in dezelfde boom, op verschillende manieren

Concurrenten

Specht- insecten op de stam, achter de schors

Boomkruiper - insecten tussen de schors van de stam

Koolmees - insecten op takken en bladeren

Planten concurreren ook: planten die weinig licht nodig hebben leven onderaan, onder het bladerdek van andere planten

Park met veel verschillende soorten organismen

Biodiversiteit

Als in een biotoop veel verschillende soorten leven, dan heeft het een grote biodiversiteit

Gemeenten maken vaker natuurparken

Grote grazers (schotse hooglanders) eten sommige planten wel, sommige niet

Hierdoor komen er meer insecten

Aan het werk

Opdrachten 6.2 maken