14.2 de huid en onderhuids bindweefsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

14.2: De huid en het onderhuidse bindweefsel

Leerdoelen

- Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met  hun kenmerken en functies.

- Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.

Functies van de huid

• Beschermt het lichaam tegen invloeden van buiten zoals beschadigingen, vuil, infecties & ultraviolette straling
• Je huid speelt een belangrijke rol bij de temperatuurregeling.
• Je huid is een zintuig en geeft informatie uit de omgeving door aan de hersenen.

Bouw van de huid

De huid bestaat uit:

1. Opperhuid (hoorn- en kiemlaag): de hoornlaag slijt steeds af en wordt aangevuld door cellen uit de kiemlaag.
2. Lederhuid: met zweet- en talgklieren, spieren, bloedvaten en zintuigjes. 
3. Onderhuids bindweefsel: met bloedvaten, zenuwen en vet. Vet isoleert tegen kou.

Hoornlaag

• Bestaat uit dode celresten
  
• hele dikke hoornlaag= eelt.
  
• Hoornstof in haren, nagels

Kiemlaag

• Aanmaak nieuwe huidcellen
• Pigmentkorrels die beschermen tegen UV-licht
  
• Fijne uitlopers van gevoelszenuwcellen (=pijnpunten)

Bescherming tegen de zon

Je huid beschermt je tegen de ultraviolette straling van de zon door pigment te maken.

Een donkere huid maakt veel pigment, een lichte huid maakt weinig pigment.

Uv-straling kan twee gevolgen hebben:

1. Je huid verbrandt in de zon. 
2. Na vaak zonnen kan huidkanker ontstaan. 

Lederhuid

• Bloedvaten
  
• Zenuwen
  
• Zintuigen (tastknopjes, Koude- en warmtezintuigen)
  
• Zweetklieren
• Talgklieren
• Haarspiertjes (bij samentrekken haren overeind en kippenvel)

Samenvattingsopdracht

Zet de namen bij de onderdelen van de huid op blz. 194

Over 5 minuten gaan we nakijken.

Onderhuidse bindweefsel

• Vet opgeslagen in: vetcellen (reservestof)
• Grote vacuole
  
• Vet vormt isolerende laag: houdt warmteverlies tegen

Op temperatuur blijven

De huid helpt je lichaamstemperatuur op 37°C te houden.

Je koelt af door het wijder worden van bloedvaatjes in de huid en door te zweten.

Je houdt warmte vast doordat bloedvaatjes in de huid nauwer worden en door te rillen.

Als je het koud hebt, krijg je ook kippenvel en ga je soms klappertanden. Dat helpt niet om de warmte vast te houden.

Door beweging komt warmte vrij

Oefenen

Maak opdrachten 1 t/m 7 van 14.2

Opdracht 3 maak je in je boek 

De lesstof lees je in je boek op blz. 190 t/m 192

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau

Klaar? Start met de test jezelf van 14.2

Aan de bak!

Lr: H12 + H13 helemaal, 14.2

Mk 14.2 opdr: 2, 4, 6, 7