11.2 Condensatiepolymeren

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

11.2 Condensatiepolymeren

Teken een stukje polyvinylacetaat bestaande uit drie monomeren. 

Deze les

• Uitleg 9.2 esters
• Maken H9 vragen 14, 16 t/m 18, 20 + H12 vraag 3+4
• Uitleg amide/peptide
• Maken H12 vraag 5
• Uitleg condensatiepolymeren
• Maken H12 vragen 21 t/m 25, 27

Leerdoelen

• Je leert wat een (poly)ester en een (poly)amide is en hoe deze wordt gevormd.

• Je leert de reactievergelijking op te stellen van een (poly)condensatie-reactie en de hydrolyse van een condensatiepolymeer.

Esters

• Condensatiereactie van een alcoholgroep met een zuurgroep.

                                    

Esters

• Condensatiereactie van een alcoholgroep met een zuurgroep.
• Teruggaande reactie is een hydrolyse: splitst de estergroep met water.

                                    

Esters

• Condensatiereactie van een alcoholgroep met een zuurgroep.
• Teruggaande reactie is een hydrolyse: splitst de estergroep met water.
• Veel geur- en smaakstoffen zijn esters.

                                    

Esters

• Condensatiereactie van een alcoholgroep met een zuurgroep.
• Teruggaande reactie is een hydrolyse: splitst de estergroep met water.
• Veel geur- en smaakstoffen zijn esters.
• Voorbeeld: ester van ethanol en ethaanzuur.

                                    

Aan de slag

• Bestuderen 9.2 'Esters' en 'Zo doe je dat' blz. 62/63.
• Maken H9: vragen 14, 16 t/m 18, 20 + H12: vraag 3+4

Amide/peptide

• Een amide of peptide ontstaat door een condensatiereactie van een aminegroep met een zuurgroep, waarbij water vrijkomt.

                                    

Amide/peptide

• Een amide of peptide ontstaat door een condensatiereactie van een aminegroep met een zuurgroep, waarbij water vrijkomt.
• Teruggaande reactie is een hydrolyse: splitst de amidegroep met water.

                                    

Amide/peptide

• Een amide of peptide ontstaat door een condensatiereactie van een aminegroep met een zuurgroep, waarbij water vrijkomt.
• Teruggaande reactie is een hydrolyse: splitst de amidegroep met water.
• Voorbeeld: amide van methaanamine en ethaanzuur.

                                    

Aan de slag

• Bestudeer afbeelding 10.6 op blz. 86
• Maken H12 vraag 5

Condensatiepolymeren

• Een condensatiepolymeer ontstaat door herhaaldelijk een condensatiereactie uit te voeren.

                                    

Condensatiepolymeren

• Een condensatiepolymeer ontstaat door herhaaldelijk een condensatiereactie uit te voeren.
• Elk monomeer heeft twee reactieve groepen nodig.

                                    

Condensatiepolymeren

• Een condensatiepolymeer ontstaat door herhaaldelijk een condensatiereactie uit te voeren.
• Elk monomeer heeft twee reactieve groepen nodig.
• Zowel polyesters als een polyamiden ontstaan door condensatiepolymerisatie.

                                    

Condensatiepolymeren

• Een condensatiepolymeer ontstaat door herhaaldelijk een condensatiereactie uit te voeren.
• Elk monomeer heeft twee reactieve groepen nodig.
• Zowel polyesters als een polyamiden ontstaan door condensatiepolymerisatie.
• Kan ontstaan uit 1 monomeer met 2 verschillende karakteristieke groepen of uit verschillende monomeren (copolymeer).

                                    

Polyester: polymelkzuur

• Melkzuurmoleculen bevatten een alcoholgroep en een zuurgroep.

                                    

Polyester: polymelkzuur

• Melkzuurmoleculen bevatten een alcoholgroep en een zuurgroep.
• Polymelkzuur bestaat dus uit 1 soort monomeer.

                                    

Polyester: polymelkzuur

• Melkzuurmoleculen bevatten een alcoholgroep en een zuurgroep.
• Polymelkzuur bestaat dus uit 1 soort monomeer.
• In de afbeelding wordt een dimeer gevormd (2 monomeren), dit herhaaldelijk toepassen geeft een polymeer (polyester).

                                    

Polymelkzuur

• Een fragment van polymelkzuur bestaande uit 3 monomeereenheden.

• De repeterende eenheid van polymelkzuur.

                                    

Polyamide

• Een bekende polyamide is nylon.

                                    

Polyamide

• Een bekende polyamide is nylon.
• Bestaat uit twee verschillende monomeren, waarbij 1 monomeer 2 zuurgroepen heeft en het andere monomeer 2 aminegroepen.

                                    

Aan de slag

• Bestudeer 12.2
• Maken H12 vragen 3, 21 t/m 25, 27