5.5 Eenheden van snelheid & Herhaling

H5 Meten
Mr. Fintelman (FNL)
dinsdag 4 april
2023

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

H5 Meten
Mr. Fintelman (FNL)
dinsdag 4 april
2023

Slide 1 - Diapositive

Datum
dinsdag 4 april 2023
Paragraaf
§5.5 Eenheden van snelheid
Bladzijdes uit handboek
Blz. 255-258
Onderwerp
Eenheden van snelheid
Vandaag de dag...

Slide 2 - Diapositive

Woorden van de week

Slide 3 - Diapositive

Ik kan al…  
  1. … rekenen met eenheden van inhoud.
  2. … eenheden van inhoud omrekenen met een maattabel.
  3. … de inhoud berekenen van een kubus.
  4. … de inhoud berekenen van een balk.

Voorkennis

Slide 4 - Diapositive

km²
mm²
hm²
dam²
cm²
dm²
ca
are
ha
-
-
-
-

Slide 5 - Question de remorquage

dm³
cm³
dL
mL
cL
L
cc
-
-
-
-
-
-

Slide 6 - Question de remorquage

Na deze les kan ik …
  1. … rekenen met eenheden van snelheid.
  2. … de snelheid omrekenen tussen km/u en m/s.
  3. … de snelheid berekenen uit een gegeven tekst.
Doelen

Slide 7 - Diapositive

Vorige week

Slide 8 - Diapositive

Snelheid berekenen in m/s
Bert rent 10 meter in 2,5 seconden.
Bereken zijn snelheid in m/s.

Slide 9 - Diapositive

Snelheid berekenen in m/s
Bert rent 10 meter in 2,5 seconden.
Bereken zijn snelheid in m/s.

10 m      2,5 s = 4 m/s.
Zijn snelheid is 4 m/s.
÷

Slide 10 - Diapositive

Bert haalde een snelheid van 4 m/s.
Hoeveel meter legt hij af in een uur?

Tip: Gebruik een rekenmachine.
A
14 400 m
B
240 m
C
4 000 m
D
4 m

Slide 11 - Quiz

Snelheid omrekenen naar km/u
Bert haalde een snelheid van 4 m/s.
Hoeveel meter legt hij af in een uur?

4 m/s   60   60 = 14 400 m.
14 400 m      1000 = 14,4 km.

De snelheid in km/u is dan 14,4 km/u.

÷

Slide 12 - Diapositive

Demy haalde een snelheid van 3 m/s.
Wat is haar snelheid in km/u?

Tip: Gebruik een rekenmachine
A
0,18 km/u
B
0,83 km/u
C
10,8 km/u
D
8,333... km/u

Slide 13 - Quiz

Omrekenen
Demy haalde een snelheid van 3 m/s.
Wat is haar snelheid in km/u?

60   60    1000 = 3600     1000 = 3,6.
3 m/s   3,6 = 10,8 km/u.
÷
÷

Slide 14 - Diapositive

Robert haalde een snelheid van 2 m/s.
Bereken zijn snelheid in km/u.

Slide 15 - Question ouverte

Snelheid omrekenen naar m/s
Isa haalde een snelheid van 4,5 km/u.
Wat is haar snelheid in m/s?

4,5 km/u     3,6 = 1,25 m/s
÷

Slide 16 - Diapositive

Werktijd
Je werkt netjes door …
  • Eerst de theorie (opnieuw) te lezen, voordat je een vraagt stelt.
  • Een vinger op te steken voor je een vraag stelt.
  • Is de docent bezig? Onthoudt de vraag en werk verder.
MAVO-Route:
Controleer: 2.1, 2.2, 3, 4.1 en 4.2 
Lesnummer: 5.1
PLUS-Route:
Controleer: 2.1, 2.2, 3, 4.1 en 4.2
Lesnummer: 5.1
Opgaven uit de planning van WEEK 4:
HULP-Route:
Controleer: 2.1, 2.2, 3, 4.1 en 4.2
Lesnummer: 5.1

Slide 17 - Diapositive

Nu kan ik …
  1. … rekenen met eenheden van snelheid.
  2. … de snelheid omrekenen tussen km/u en m/s.
  3. … de snelheid berekenen uit een gegeven tekst.
Terugblik

Slide 18 - Diapositive

Datum
dinsdag 4 april 2023
Paragraaf
-
Bladzijdes uit handboek
-
Onderwerp
Herhaling
Vandaag de dag...

Slide 19 - Diapositive

Opgaven uit oefentoets

Slide 20 - Diapositive

Opgaven uit oefentoets

Slide 21 - Diapositive

Opgaven uit oefentoets

Slide 22 - Diapositive

Opgaven uit oefentoets

Slide 23 - Diapositive

Opgaven uit oefentoets

Slide 24 - Diapositive

Opgaven uit oefentoets

Slide 25 - Diapositive