Word order KB

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Zet deze woorden in de juiste volgorde.

Vul de zin hier in.

Zet de woorden op de juiste volgorde.

Vul hier de zin in.

Uitleg: WHO - DOES

• In een standaard zin staat het onderwerp (wie/wat) VOOR het werkwoord (does). 
• Bijvoorbeeld: I sent him an email.
  

Onderwerp: I

Werkwoord: sent

Uitleg: WHAT - (with) WHO/WHAT

• Het lijdend voorwerp (what) kan VOOR of NA het meewerkend voorwerp (who/what) staan.
• Bijvoorbeeld: I sent him an email.

OF: I sent an email to him.

Lijdend voorwerp = an email (what did I sent?)

Meewerkend voorwerp = (to) him ( (to) who did I sent an email?

Uitleg: WHERE - WHEN

• Het einde van de zin : PLAATS (where) en TIJD (when).
• Bijvoorbeeld: I will meet you at the airport tomorrow.

Onderwerp (wie) = I

Werkwoorden (does) = will meet

Lijdend voorwerp (wie/wat) = you

PLAATS = at the airport

Tijd = tomorrow.

Put in the correct order:

showed - She - a picture - yesterday - me

Practise: put in the correct order

a camping trip - next week - on - They - are going

Practise: put in the correct order
had - an accident - a few weeks ago - in Germany - He

Exercises:

Do exercises 19ab and 20 from Unit 4. 

Maak oefeningen 19ab en 20 Unit 4