Blok 2: Mensenhandel

Thema handel 
Blok 2: Mensenhandel 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema handel 
Blok 2: Mensenhandel 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaat dit blok over?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 1
  • uitleggen waarom de zeventiende eeuw voor Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.
  • de namen Verenigde Oost-Indische Compagnie en West-Indische Compagnie uitleggen.
  • uitleggen welke mensen als eersten door Europeanen tot slaaf werden gemaakt en waarom dat veranderde.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt de Gouden Eeuw de GOUDEN Eeuw genoemd ?
A
Vanwege de specerijen.
B
Nederland is in deze eeuw héél erg rijk geworden
C
Er was in die tijd veel goud.
D
Door de mooie gouden schepen.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Columbus ontdekte Amerika

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indianen aan het werk als slaaf

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Handel in mensen 
  • In zuid Amerika werden veel Indianen gebruikt als slaven.
  • Ze werkte op plantages of in de mijnen .
  • Door ziekte stierven er veel Indianen -> Nieuwe werkkrachten nodig -> Werden verhandeld uit Afrika.
  • Deze handel leverde veel geld op -> Nederlandse WIC werd opgericht.
  • WIC had dezelfde rechten als de VOC.  

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een plantage?
A
boerderij waar veeteelt en akkerbouw is
B
boerderij met alleen vee
C
grote boerderij met maar één landbouwproduct
D
boerderij met veel verschillende landbouwproducten

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke groep mensen werden door Europeanen als eerste tot slaaf gemaakt?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

WIC: West Indische compagnie 
  • 1621
  • In 1637 namen ze een slavenfort over in Elmina, Afrika

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slaven werden gebrandmerkt..
..met het logo van het bedrijf/slavenhandelaar 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rood= WIC. Blauw= VOC

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen de WIC en VOC?
A
De WIC handelde alleen maar in slaven.
B
De VOC handelde voornamelijk in thee en koffie.
C
De WIC was de opvolger van de VOC
D
De WIC handelde in het westen en de VOC in het oosten.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geschiedenis van slavernij 
  • Slavernij komt al voor sinds de prehistorie 
  • Mensen die tot slaaf werden gemaakt, waren meestal vreemden. Het waren vaak mensen van een ander land of een andere stam. 
  • Iemand kon in zijn eigen land als straf tot slaaf worden gemaakt. Of als hij schulden had die hij niet kon afbetalen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2

  • vertellen wat de slavenhandel was en welke rol de WIC daarin speelde.
  • uitleggen wat de driehoekshandel was.
  • (uitleggen hoe wind ontstaat en wat een passaat is.)





Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Driehoekhandel 
  • Niet alleen Spanje had koloniën in Amerika. Ook Engeland, Frankrijk, Nederland en Portugal.
  • De WIC veroverde in 1667 de kolonie Suriname van de Engelsen. 
  • Op de plantages werd suikerriet, katoen, koffie, tabak en cacao verbouwd -> Dit ging dan naar Europa. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Driehoekhandel 
  • Een WIC-handelaar kocht slaven meestal van een Afrikaanse tussenhandelaar in ruil voor wapens, sterke drank en textiel. 
  • Die producten kwamen uit Europa. 
  • Voordat een WIC-handelaar die mensen kocht, keurde hij hen eerst, naakt! Als ze gezond, sterk en tussen de 15 en 35 jaar waren, dan waren ze goed. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Driehoekhandel 
Op de weg terug naar Nederland nam het schip producten uit de koloniën mee. Deze handel tussen Europa, Afrika en Amerika wordt de driehoekshandel genoemd.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgorde van de driehoekshandel is...
A
Afrika - Amerika - Europa
B
Europa -Afrika - Amerika - Europa
C
Amerika - Afrika - Europa - Amerika
D
Europa - Afrika - Europa -Amerika

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke rol had de WIC in de slavenhandel?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De overtocht 
  • Overtocht was duur -> Zo veel mogelijk slaven per schip. 
  • Dicht op elkaar gepropt paste er 600 slaven op een schip. 
  • Tijdens een reis overleden er veel slaven aan ziektes. 
  • De WIC heeft meer dan een half miljoen mensen van Afrika naar Amerika vervoerd en daar als slaven verkocht.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Discussie: Zwarte Piet 
Hierna komt een stelling over zwarte Piet.

Afspraken discussie:
  • Onderbouw je mening (uitleggen waarom).
  • Blijf netjes, ook als je het met iemand oneens bent.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling:
Zwarte Piet is racistisch.
Eens
Oneens

Slide 27 - Sondage

Klassengesprek 
Luchtdruk en wind 
  • Lucht bestaat uit miljarden kleine luchtdeeltjes, die je niet ziet. Je voelt ze wel als het waait. 
  • Zon verwarmt aarde -> oppervlak wordt warmer -> lucht stijgt op -> Minder druk op oppervlak = Lagedrukgebied 
  •  In een lagedrukgebied is de luchtdruk laag, want er is minder lucht. In een hogedrukgebied is de luchtdruk juist hoog.

Slide 28 - Diapositive

2 Kader stof!

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is wind?
Beweging van lucht...
A
van een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied
B
de beweging van lucht van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een hogedrukgebied
A
daalt de lucht
B
stijgt de lucht
C
dat ligt er aan op welk halfrond je zit

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions