2C - wo111120

Herzlich wilkommen!
Was machen wir heute? 
  • Überhören 
  • Korrigieren
  • Hören 
  • Lesen

Ziel: wissen, wenn man der, die oder das benutzt

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herzlich wilkommen!
Was machen wir heute? 
  • Überhören 
  • Korrigieren
  • Hören 
  • Lesen

Ziel: wissen, wenn man der, die oder das benutzt

Slide 1 - Diapositive

Überhören

Slide 2 - Diapositive

der
die
das
Lehrer
Buch
Test
Stundenplan
Schule
Heft
Klasse
Lehrerin
Gymnasium

Slide 3 - Question de remorquage

Korrigieren und kontrollieren

Aufgabe 14 und 15

Slide 4 - Diapositive

Grammatik - der/die/das

Der/die/das - de/het 
Ein/eine - een 

Slide 5 - Diapositive

Der - mannelijke woorden

  •  Mannelijke persoonsnamen (der Junge, der Mann, der Lehrer) 
  •  Mannelijke dierennamen ( der Stier)

Slide 6 - Diapositive

Die - vrouwelijke woorden én meervoud

  •  Vrouwelijke namen (die Frau, die Lehrerin, die Oma) 
  •  Vrouwelijke dierennamen (die Kuh, die Katze) 
  •  De meeste woorden die op een -e eindigen (die Adresse, die Lampe, die Toilette)
  •  Woorden die eindigen op:
- heit  (die Einheit)
- keit  (die Möglichkeit)
- schaft   (die Freundschaft)
- ung       (die Zeitung)
  • Alle woorden meervoud! (die Frauen, die Männer, die Kinder) 

Slide 7 - Diapositive

Das - onzijdige woorden

  • Het-woorden in het Nederlands zijn in het Duits vaak onzijdig 
het boek - das Buch 
het paard - das Pferd

  • Woordjes die eindigen op -chen of -lein zijn onzijdig 
het meisje - das Mädchen


Slide 8 - Diapositive

Der, die oder das?

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 9 - Diapositive

... Oma

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 10 - Diapositive

... Buch

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 11 - Diapositive

... Hund

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 12 - Diapositive

... Katze

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 13 - Diapositive

... Lehrer

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 14 - Diapositive

... Schere

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 15 - Diapositive

... Schule

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 16 - Diapositive

... Freund

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 17 - Diapositive

... Freundschaft

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 18 - Diapositive

... Zusammenfassung

  • Steek de juiste kleur omhoog bij het woord

Blauw = mannelijk (der)
Rood = vrouwelijk (die) 
Groen = onzijdig (das) 

Slide 19 - Diapositive

An die Arbeit

  • Aufgabe 20, 21 und 22

Slide 20 - Diapositive

Hausaufgaben
  • Freitag 13.  November

Lernen: Lernliste N/D helemaal (Seite 96)
Machen: Aufgabe 20, 21 


Slide 21 - Diapositive