(P1) Les 9: Verschillende wijken

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Startklaar

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)

Besteedbaar inkomen?

Hoeveel inkomen per
maand heb je nodig?

Armoede grens

Moeite met het betalen van huur

Eenmalige financiële steun van de overheid

Onvoldoende geld voor gezonde voeding

Sparen voor onverwachte uitgaven

Weinig geld voor medische zorg

Tijdelijke korting op energiekosten

Stad	Platteland
.

Terugblik vraag

Veel voorzieningen wat het welzijn verhoogt

Hoge bevolkingsdichtheid, vaak met meer welvaart

Goed openbaar vervoer en infrastructuur

Lage bevolkingsdichtheid, vaak minder welvaart

Meer open ruimte en natuur

Voornamelijk agrarische activiteiten en kleinere dorpen

Waar is de Randstad?

Terugblik vraag

       Urbanisatie                          Suburbanisatie                   Re-urbanisatie

Dit betekent dat steeds meer mensen van het platteland naar de stad verhuizen om daar te wonen en werken.

Dit betekent dat mensen vanuit de stad verhuizen naar dorpen en gebieden net buiten de stad, omdat het daar vaak rustiger is.

Dit betekent dat mensen, na eerder verhuisd te zijn naar buiten de stad, weer terugkeren om in de stad te gaan wonen.

Vorige les

Terugblik

Vorige les

Terugblik

A                A                A                A        

LEZEN 10 min

Lezen

https://nos.nl/artikel/2513880-in-nigeria-is-kidnappen-een-snel-verdienmodel-het-is-een-industrie-geworden

      Lesdoel

Vandaag gaan we ontdekken waarom wijken in steden zo van elkaar verschillen. We kijken naar de soorten wijken die er zijn, de verschillen in welvaart en welzijn, en wat ervoor zorgt dat een wijk prettig is om in te wonen (leefbaarheid). 

We zullen ook bespreken hoe deze dingen samen bijdragen aan economische en sociale ongelijkheid in steden.

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Voorkennis

1. De leerlingen weten wat wijk is.

2. De leerlingen kennen de opbouw van een Nederlandse stad.

3. De leerlingen weten wat welvaart en welzijn is.

     

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen

Wat valt op?

Amsterdam

Chicago

Opbouw Amerikaanse stad

Suburb

Central Business District (CBD)

Centrale stad

De Nederlandse Stad

1              2             3             4               5             6              7

Wijk	Woningkenmerken	Bewonerskenmerken
Historische binnenwijk	Oud / Nieuw Groot / Klein Woningdichtheid hoog/laag	Arm / Rijk Veel mensen / weinig mensen
Arbeiderswijk	Oud / Nieuw Groot / Klein Woningdichtheid hoog/laag	Arm / Rijk Veel mensen / Weinig mensen
Woningwetwoningen	Oud / Nieuw Groot / Klein Woningdichtheid hoog/laag	Arm / Rijk Veel mensen / weinig mensen
Portiekflats	Oud / Nieuw Groot / Klein Woningdichtheid hoog/laag	Arm / Rijk Veel mensen / weinig mensen
Hoogbouw	Oud / Nieuw Groot / Klein Woningdichtheid hoog/laag	Arm / Rijk Veel mensen / Weinig mensen
Vinex wijken	Oud / Nieuw Groot / Klein Woningdichtheid hoog/laag	Arm / Rijk Veel mensen / weinig mensen

Kenmerken wijken

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Leefbaarheid

Wat maakt een wijk leefbaar?

• Woningen?
• Voorzieningen?
• Werkgelegenheid
• Bewoners?
• Omgeving?
• Veiligheid?

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Leefbaarheid

Leefbaarheid

Beste leefbaarheid?

1              2             3             4               5             6              7

Beste leefbaarheid? 

Verschilt dus per persoon (is subjectief)

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Buurtprofiel

Start PO: Buurtprofiel

Stap 1: Kies twee wijken in Den Haag;

Stap 2: Beschrijf de wijken;

Stap 3: Beschrijf hoe je één van de wijken
                kunt verbeteren

                             

  

                   

website

https://denhaag.incijfers.nl/content/leefbaarheidscirkel

denhaag.incijfers.nl

Zelf aan de slag

Vraag 1:

Uitspraak 1: De leefbaarheid van een wijk wordt negatief beïnvloed door criminaliteit en overlast.

Uitspraak 2: Wijken met veel nieuwbouwhuizen zijn vaak minder aantrekkelijk voor gezinnen met jonge kinderen.

Uitspraak 3: Het aandeel groenvoorzieningen in een wijk heeft geen invloed op het welzijn van de bewoners.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Uitspraak 1: Juist

Uitspraak 2: Onjuist

Uitspraak 3: Onjuist

Zelf aan de slag

Vraag 2:

Uitspraak 1: Welvarende wijken hebben vaak betere toegang tot voorzieningen zoals ziekenhuizen en supermarkten dan minder welvarende wijken.

Uitspraak 2: Sociale ongelijkheid binnen steden wordt verminderd door het creëren van gemengde woonwijken.

Uitspraak 3: Wijken met een hoger percentage werklozen hebben vaak meer winkels en bedrijven.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Uitspraak 1: Juist

Uitspraak 2: Juist

Uitspraak 3: Onjuist

Zelf aan de slag

Vraag 3:

Uitspraak 1: In achterstandswijken is de toegang tot onderwijs beter dan in welvarende wijken.

Uitspraak 2: De aanwezigheid van parken en groenvoorzieningen draagt bij aan de leefbaarheid van een wijk.

Uitspraak 3: Wijken met meer sociale huurwoningen hebben meestal een hoger gemiddeld besteedbaar inkomen dan wijken met koopwoningen.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Uitspraak 1: Onjuist

Uitspraak 2: Juist

Uitspraak 3: Onjuist

     Kleine afsluiting

Leefbaarheid

Woningkenmerken

Bewonerskenmerken

Omgevingskenmerken

Objectieve veiligheid
Subjectieve veiligheid

Buurtprofiel

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen

(Aan)tekeningen

Tekening 1.
...

Zelfstandige verwerking (10 min)

Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

      Grote afsluiting

Vandaag gaan we ontdekken waarom wijken in steden zo van elkaar verschillen. We kijken naar de soorten wijken die er zijn, de verschillen in welvaart en welzijn, en wat ervoor zorgt dat een wijk prettig is om in te wonen (leefbaarheid).

We zullen ook bespreken hoe deze dingen samen bijdragen aan economische en sociale ongelijkheid in steden.

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

retrieval practice

https://quizlet.com/join/DPeHRsmjC?i=1fo1jg&x=1bqt

Retrieval practice (10 min)

Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

quizlet.com