Hoofdstuk 9 criminaliteit

9.1 Wat is criminaliteit?
lesboek bladzijdes 138 en 139
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

9.1 Wat is criminaliteit?
lesboek bladzijdes 138 en 139

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kan het verschil uitleggen tussen een overtreding en een misdrijf
  • Je kan uitleggen waarom criminaliteit tijdsgebonden is 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kost de boete voor appen op de fiets?
A
90 euro
B
95 euro
C
140 euro
D
160 euro

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang is levenslang?
A
De rest van je leven
B
30 jaar
C
25 jaar
D
20 jaar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de maximale straf bij een verkrachting?
A
6 jaar
B
10 jaar
C
12 jaar
D
100 uur taakstraf

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de maximale strafmaat voor doodslag?
A
5 jaar gevangenis
B
10 jaar gevangenis
C
15 jaar gevangenis
D
25 jaar gevangenis

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Criminaliteit is alles wat verboden is. 

 Criminaliteit zijn misdrijven zoals die in de wet staan.



Maar wanneer is iemand een crimineel?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Strafrecht
Hoe gaat de overheid om met burgers die de wet overtreden?

Wie treedt namens de overheid op?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtreding 

  • Minder ernstig strafbaar
  • Vaak met een boete afgedaan
  • Niet altijd Officier van Justitie bij betrokken
  • Veroorzaken van overlast, door rood rijden, wildplassen, zwartrijden
  • Lagere straffen
  • Niet altijd een strafblad

Misdrijf 

  • Ernstig strafbare feiten
  • Gevangenisstraf
  • Altijd Officier van Justitie bij betrokken
  • Moord, doodslag, verkrachting, drughandel, rijden onder invloed, ontvoering, diefstal
  • Hoge straffen
  • Strafblad 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil misdrijf en overtreding
  • Misdrijven worden altijd geregistreerd (ten minste 20 jaar). Dit geldt ook voor overtredingen met een boete vanaf 100 euro, taakstraf of vrijheidsstraf.
  • De straffen voor misdrijven zijn hoger.
  • Een poging tot overtreding is niet strafbaar, een poging tot misdrijf wel.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsregels zijn plaatsgebonden
  • In Nederland zijn abortus en euthanasie (op voorwaarden) toegestaan

  • In Nederland mogen homo’s met elkaar trouwen

  • (Vuur)wapens zijn in Nederland verboden

  • Nederland kent geen doodstraf

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsregels zjn tijdgebonden
  • Spugen was vroeger een misdrijf

  • Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar

  • Tegenwoordig is hacken van computers strafbaar

  • Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Lezen paragraaf 9.1 Wat is criminaliteit?
lesboek bladzijdes 138 en 139

Maak paragraaf 9.1 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

9.2 Oorzaken criminaliteit

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe worden mensen crimineel?
Wat zijn de factoren?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individuele risicofactoren:
  •  Slechte opvoeding
  • Groepsdruk
  • Alcohol of drugs
  • Spijbelen of schooluitval
  • Biologische factoren 

Slide 21 - Diapositive

https://dnpprepo.ub.rug.nl/2131/1/CDV_1999_07-8-9_p134_Crul.pdf
Maatschappelijke risicofactoren:
  • Slechte leefomstandigheden
  • Minder strenge normen dan vroeger
  • Minder sociale controle (pakkans kleiner)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt op?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt op?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk maken
Maak van 9.2 opdracht 1 t/m 9

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

9.4 Opgepakt... En dan?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat mag de politie?
Als je verdachte bent...
  • Fouilleren 
  • Arresteren
  • Huis doorzoeken
    (met bevel)
  • Daarna schrijft de politie een proces verbaal

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Halt
Je gaat naar Halt als:

- je tussen de 12 en 18 bent
- een licht misdrijf hebt gepleegd

Je krijgt een speciale straf

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwaar misdrijf?
1. Politie schrijft proces-verbaal

2. Officier van Justitie onderzoekt het proces verbaal .

3. Beslist wat er gaat gebeuren:
- Seponeren
- Strafbeschikking
- Vervolgen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Rechter
4. krijgt het proces-verbaal.

 

5. Alleen de rechter kan beslissen over een gevangenisstraf.
-> Het Vonnis

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk maken
Maak van 9.4 opdracht 1 t/m 11

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

9.5 De rechtszaak

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is wie?
Verdachte
Officier van Justitie
Advocaat
Rechter

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de Officier van Justitie overgaat tot vervolging. Krijg je een .... thuis gestuurd.
Moet je komen?
De zaak komt nu voor de ..... 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


3. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


5.

Officier van justitie



De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions