4.4 Schrijven en formuleren les 1 2KGT

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Werkboek en pen/potlood op tafel
  • Ipad op de hoek van je tafel
4.4 Schrijven en formuleren
timer
12:00
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Werkboek en pen/potlood op tafel
  • Ipad op de hoek van je tafel
4.4 Schrijven en formuleren
timer
12:00

Slide 1 - Diapositive

  • Je kiest een leesboek
  • Je geeft de titel door aan de docent
  • Dit boek lees je de komende periode 
  • Na het lezen geef je de bladzijde door aan de docent zodat je weet waar je gebleven bent.
Lezen
timer
12:00

Slide 2 - Diapositive

  • hoe je een informatieve tekst schrijft
  • hoe je een tekst indeelt
  • hoe je woorden afwisselt met verwijswoorden
4.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf ga je:

Slide 3 - Diapositive

  • Opdrachten 5 t/m 9 blz. 41-43 bespreken
4.4 Schrijven en formuleren
Opdrachten uit werkboek bespreken

Slide 4 - Diapositive

Met een advertentie wil je bijvoorbeeld een product verkopen of mensen oproepen mee te doen aan iets als een evenement of een actie.
Het doel van een advertentie is de lezer iets laten doen: Activeren.

Je bereikt dat doel:
• met de lay-out (de manier waarop tekst en beeld zijn geplaatst);
• met een plaatje;
• met het lettertype en de lettergrootte;
• met goede argumenten;
• met taalgebruik dat past bij het leespubliek.
4.4 Schrijven en formuleren
Leertekst advertentie blz. 40

Slide 5 - Diapositive

In een advertentie gebruik je korte zinnen.
Je gebruikt taal die past bij het leespubliek. Je let daarbij op:

  • de woordkeuze: voor kinderen gebruik je andere woorden dan voor ouderen.
  • formeel of informeel taalgebruik. Spreek je de lezer aan met u of jij?
4.4 Schrijven en formuleren
Leertekst Taalgebruik in een advertentie blz. 41

Slide 6 - Diapositive

  • maak opdracht 5 t/m 9 op blz. 41-43
  • Klaar?
  • Ga op internet op zoek naar een foto of foto's van een
     product waar jullie later een advertentie over kunnen maken.
4.4 Schrijven en formuleren
Samenwerkingsopdracht
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

In advertenties staat vaak een slagzin (of: slogan) die hoort bij het merk. Een slagzin is een zin met een korte, krachtige boodschap. Soms weet je door de slagzin al meteen om welk product het gaat:

• Brood. Daar zit wat in.
• Altijd een heldere prijs voor uw bril.
4.4 Schrijven en formuleren
Leertekst: Opvallen met een slagzin blz. 43

Slide 8 - Diapositive

In een slagzin kun je gebruikmaken van:
• eindrijm: Helemaal Bob. Nul op!
• woorden die met dezelfde letter beginnen: Geef je business een boost.
• beeldspraak: Geef dieren een stem. (Dierenbescherming)
• dubbele betekenis: Er gaat niets boven Groningen.

4.4 Schrijven en formuleren
Leertekst: Opvallen met een slagzin blz. 43

Slide 9 - Diapositive

  • Maak met jullie product een advertentie.
Zorg voor: 
  • merknaam
  • opvallende vormgeving
  • een afbeelding van het product
  • een korte tekst, en eventueel de prijs/aanbieding
  • een slagzin
  • De advertentie mag niet groter zijn dan een half A4
  • De advertentie is bestemd voor jongeren tussen de 12 en 16 jaar
  • Mail de advertentie naar p.wouters@yuverta.nl
4.4 Schrijven en formuleren
Samenwerkingsopdracht Advertentie
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

  • Kijk naar de advertentie van Softgel pennen op blz. 39
  • Wat valt jou allemaal op?
4.4 Schrijven en formuleren

Slide 11 - Diapositive

  • Merknaam
  • het product
  • Informatie over het product (grapje)
  • afbeelding
4.4 Schrijven en formuleren

Slide 12 - Diapositive

  • Wat zijn ook al weer de zelfstandig naamwoorden?

  • mensen  dieren  planten  dingen gebeurtenissen en namen


4.4 Schrijven en formuleren
Even herhalen

Slide 13 - Diapositive