NN6 - H6 - Lezen - Tekst en publiek

H6 Lezen: Tekst en publiek
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H6 Lezen: Tekst en publiek

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog van de vorige les?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Doel
Aan het eind van deze les kan je vaststellen wat het publiek/de doelgroep van een tekst is.



Slide 4 - Diapositive

Verschillende doelgroepen
Schrijf op alleen of in een groepje welke voorbeelden van doelgroepen.

Je krijgt hier 3 minuten de tijd voor!

Slide 5 - Diapositive

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 6 - Carte mentale

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 7 - Carte mentale

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 8 - Carte mentale

Lezen H6 - Tekst en publiek
Een schrijver schrijft zijn tekst voor een bepaald publiek. Dit kan jong of oud zijn, maar ook gericht op amusement of om je iets te leren. 

Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:
  • het onderwerp
  • de bron
  • het taalgebruik
  • de lay-out

Slide 9 - Diapositive

Lezen H6 - Tekst en publiek
Het onderwerp
Aan het onderwerp van een tekst kun je vaak zien voor wie de tekst geschreven is. Zo is een tekst over internetkosten vaak geschreven voor volwassenen en een tekst over de nieuwste schooltassen voor jongeren.

De bron
Er zijn bladen en websites gericht op "vrouwen" (Margriet), maar ook voor "mannen" (AutoWeek). En een tekst over sport is geschreven voor sportliefhebbers. 

Slide 10 - Diapositive

Lezen H6 - Tekst en publiek
Het taalgebruik
Een tekst voor jongeren heeft vaak korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst bevat juist het tegenovergestelde. Daarnaast is er ook een verschil tussen formaliteit. 


In teksten die bestemd zijn voor een specifiek publiek, lees je ook wel jargon, oftewel vaktaal. 

Slide 11 - Diapositive

Lezen H6 - Tekst en publiek
De lay-out
Je ziet vaak aan de illustraties, kleuren en koppen voor welk publiek een tekst of advertentie is geschreven. 

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 1
Blz. 163

timer
15:00

Slide 13 - Diapositive


Ik kan bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is. 
A
Ja, ik heb het leerdoel behaald.
B
Ik heb het leerdoel deels behaald.
C
Nee, ik heb het leerdoel nog niet behaald.

Slide 14 - Quiz


Heb je nog iets van mij nodig (extra uitleg/hulp bij de opdrachten)? Denk aan H5 en H6

Slide 15 - Question ouverte

Bedankt voor de goede inzet!

Slide 16 - Diapositive