T1C week 7

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

12 februari

Programma

- Lesdoel: Je weet het verschil tussen twee soorten lezen, je kunt een hoofdgedachte opstellen van een tekst en je weet wat verwijswoorden zijn en kunt ze in de tekst herleiden.

- Herhaling: wat is de hoofdgedachte?

- Uitleg verwijswoorden

Wat is een goede hoofdvraag bij een tekst over eenden die leven in Rotterdam?

1. Leefgebied van eenden
2. Waar leven de eenden in Rotterdam?
3. Het leefgebied van de eenden uit Rotterdam is het Kralingse bos.
4. Fabel of feit? De trek van Rotterdamse eenden naar het Zuiden

Oriënterend & globaal lezen

Bij elke soort lezen, lees je andere delen van de tekst.

Maar welke?

Oriënterend lezen

Globaal lezen

De bronvermelding

Plaatjes

Anders gedrukte woorden

De laatste zinnen

De tussenkopjes

De eerste zinnen

De titel

De laatste alinea

De kernzinnen van alle alinea's

De eerste alinea

Opdracht (10 minuten)

Maak opdracht 45 lezen blok 4. Je hebt de tekst voor de stokstaartjes daarvoor nodig.

Waar verwijzen de verwijswoorden naar?

Welke vraag wil je morgen aan de schrijfster (Caja Cazemier) stellen?

Opdracht (20 minuten)

Lees de tekst 'Schoenen als uit een kaasfondue'. Maak daarna opdracht 46 vraag 1 tot en met 8 van lezen blok 4.

Dit is huiswerk voor aanstaande vrijdag. 

Nederlands

15 februari

Programma

- Lesdoel: Je hebt alle theorie van lezen blok 4 herhaald.

- Wat zijn de hoofdzaken van de tekst 'Schoenen als uit een kaasfondue'? Wat is de hoofdgedachte?

- Opdracht 47 van lezen blok 4 maken

Opdracht (10 minuten)

Bekijk de tekst bij opdracht 46 van lezen blok 4 nogmaals.

Wat zijn de hoofdzaken van deze tekst? Schrijf ze op:

- 

-

-

-

-

Hoofdzaak of bijzaak?
'Toen ik een keer kaasfondue at, viel het me op hoe het eten geleidelijk door de kaas wordt ingepakt.'

1. Hoofdzaak
2. Bijzaak

Hoofdzaak of bijzaak?
'Er moet dan ook nog wel wat gebeuren voor ze in de winkel liggen.'

1. Hoofdzaak
2. Bijzaak

Hoofdzaak of bijzaak?
'In de volgende modellen komen allemaal kleine gaatjes.'

1. Hoofdzaak
2. Bijzaak

Hoofdzaak of bijzaak?
Ohata overlegt nu met scheikundigen en materiaalmakers over een doe-het-zelfkit.

1. Hoofdzaak
2. Bijzaak

Hoofdzaken van de tekst

- Ohata experimenteerde met het fondueproces en zijn persoonlijke bezittingen.

- Ohata besloot na een experiment om Fondue Slippers, gegoten schoenen, te gaan maken.

- Ohata verving de gipsen mallen door mallen van messing, die hij in sneldrogend, vloeibaar pvc doopte.

- De slippers krijgen gaatjes om ze comfortabeler te maken.

- Ohata overlegt met scheikundigen en materiaalmakers over een doe-het-zelfkit.

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Opdracht (20 minuten)

Lees de tekst 'Henry Ford' bij opdracht 47 van lezen blok 4.

Maak daarna de vragen van opdracht 47 van lezen blok 4.