H2.7 Stadsplanning in Nederland

Programma
Herhaling - 5 min
Uitleg - 15 min
Zelf aan de slag - 20 min
Leerdoelencheck -  5 min
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
Herhaling - 5 min
Uitleg - 15 min
Zelf aan de slag - 20 min
Leerdoelencheck -  5 min

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen paragraaf 2.7
Je weet welke partijen betrokken zijn bij de inrichting van Nederland.
Je kunt argumenten noemen voor bouwen in of buiten de stad.
Je begrijpt waarom Nederlandse steden steeds meer aandacht hebben voor de fiets.

Slide 2 - Diapositive

Oude Binnenstad
Rijtjeshuizen
Hoogbouwwijken
Laagbouwwijken
Vinex-wijken
Bedrijventerrein

Slide 3 - Question de remorquage

Vinexwijken
Binnenstad
19e-eeuwse wijken
Hoogbouw
Laagbouw

Slide 4 - Question de remorquage

Wat betekent ook al weer Ruimtelijke ordening?

 

Bespreek het met je buur
Ruimtelijke ordening

Slide 5 - Diapositive

Voorkennis
Wat betekent ook al weer Ruimtelijke ordening?

Bespreek het met je buur

Slide 6 - Diapositive

Ruimtelijke ordening is het plannen van de ruimte om ervoor te zorgen dat wonen, werken, verkeer en natuur goed samengaan.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Schaalniveaus

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Schaalniveaus
Nationaal niveau (heel Nederland)
Economie, defensie, milieu eisen, overstromingsgevaar en huisvesting voor alle bewoners.
Regionaal niveau (provincie)
De provinciale overheid ziet toe op de inrichting van het landschap. Ze maakt plannen waarin
staat waar gebieden met natuur, recreatie, agrarische activiteiten, (water- en spoor)wegen, windmolenparken.
Lokaal niveau (gemeente)
Stadsplanning: Gemeenten bepalen waar woonwijken, parken en winkelcentra komen.
Verkeersmaatregelen: Gemeenten beslissen over fietspaden, parkeerzones en autoluwe straten.

Slide 11 - Diapositive

Tijdens ruimtelijke ordening kunnen er conflicten ontstaan

Voorbeeld 1
Landbouwers veeteelt(economisch) tegenover natuurorganisaties (natuur)

Kunnen jullie er eentje opnoemen?

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld 2

Fabriek Tatasteel (economisch) tegenover de omwonende (gezondheid)

Slide 13 - Diapositive

Wie weet wat een planoloog is?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Wie wegen alle belangen af en maken een plan voor de inrichting van de ruimte? 

Planologen

Slide 16 - Diapositive

Ga aan de slag met
1,2,4 op bladzijde 110

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelencheck
Leg uit in je eigen woorden:
Je weet welke partijen betrokken zijn bij de inrichting van Nederland.
Je kunt argumenten noemen voor bouwen in of buiten de stad.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Opdracht grond gebruik Groene hart

Slide 24 - Diapositive