4V 2.2 Cellen dl1

2.2: Cellen
Deze les:
Bespreken huiswerk
- Opdracht: van eencellig naar meercellig
- Instaptoets Cellen (socrative)
- Film: Cell structure
- Opdrachten
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

2.2: Cellen
Deze les:
Bespreken huiswerk
- Opdracht: van eencellig naar meercellig
- Instaptoets Cellen (socrative)
- Film: Cell structure
- Opdrachten

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog van vorige les?

Slide 2 - Carte mentale

Huiswerk bespreken
- Paragraaf 2.1 opdr. 4 t/m 9 (route B)
- Leerdoelen/Begrippen check in tweetallen

Nog vragen?

Slide 3 - Diapositive

Eencelligen zijn beperkt in grootte, waarom?

Slide 4 - Question ouverte

Ontstaan van meercelligen
- In de loop van de evolutie is meercelligheid ontstaan
- In meercellige organismen werken cellen samen om elke cel van voldoende zuurstof en voedingsstoffen te kunnen voorzien
- Hiervoor hebben meercelligen organismen gespecialiseerde cellen die weefsels en organen zoals darmen en longen vormen met een groot oppervlak voor de uitwisseling van stoffen. 
- Een transportsysteem, zoals het bloedvatenstelsel bij de mens, zorgt vervolgens voor vervoer van stoffen van en naar alle cellen in een meercellig organisme

Slide 5 - Diapositive

Doel en begrippen 2.2
Je leert hoe cellen zijn opgebouwd en hoe de celonderdelen werken

prokaryoot, eukaryoot, vacuole, chloroplasten, chromoplasten, amyloplasten, plastiden, celkern, kernlichaampje, kernporie, chromosoom, celwand, celmembraan, cytoplasma, grondplasma, celskelet, centriolen, mitochondrie, (ruw) endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, ribosoom, flagellen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Opdracht: Lees artikel over het ontstaan van meercelligheid en beschrijf in 5 stappen de evolutie van eencellig naar meercelligheid:

Slide 8 - Question ouverte

Instaptoets Cellen
Ga via de link in de volgende slide naar Socrative voor: 
Instaptoets Nectar H2 Cellen

Room Name: TNDBIO

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Lees/bestudeer blz. 52 t/m 54 
en bron 7 en 8

Bekijk hierna een film over de Cel met kijkvragen -->

Slide 11 - Diapositive

18

Slide 12 - Vidéo

00:33
Welke drie dingen hebben alle typen cellen met elkaar gemeen?

Slide 13 - Question ouverte

01:18
Welke twee categorieën cellen kunnen we onderscheiden en wat is het verschil tussen deze cellen?

Slide 14 - Question ouverte

01:32
Wat zijn organellen?

Slide 15 - Question ouverte

01:48
Wat is de functie van de celkern (nucleus)?

Slide 16 - Question ouverte

02:05
Wat is chromatine en wanneer rollen de lossen chromatine draden zich op tot chromosomen?

Slide 17 - Question ouverte

02:27
Waar worden de ribosomen gemaakt in de celkern en wat is de taak van ribosomen?

Slide 18 - Question ouverte

02:48
Waar bevinden ribosomen zich nadat ze de celkern verlaten hebben?

Slide 19 - Question ouverte

02:59
Wat is het verschil tussen ruw- en glad Endoplasmatisch Reticulum (ER)?

Slide 20 - Question ouverte

03:10
Wat is de functie van het Endoplasmatisch Reticulum?

Slide 21 - Question ouverte

03:25
Hoe verlaten eiwitten en andere stoffen het ER? En welk organel ontvangt deze materialen?

Slide 22 - Question ouverte

03:49
Wat gebeurd er met de eiwitten in het Golgi-apparaat?

Slide 23 - Question ouverte

04:00
Wat is een vacuole en in welk type cellen komen ze voor?

Slide 24 - Question ouverte

04:20
Wat is de functie van lysosomen?

Slide 25 - Question ouverte

04:39
Wat is de functie van mitochondriën? En welke moleculen maken ze?

Slide 26 - Question ouverte

04:44
Waarom hebben sommigen cellen meer mitochondriën dan andere? Welke cellen in je lichaam hebben veel mitochondriën denk je?

Slide 27 - Question ouverte

05:03
Hoe behoudt een cel zijn vorm?

Slide 28 - Question ouverte

05:29
In welke organellen vindt bij planten en andere foto-autotrofe organismen fotosynthese plaats?

Slide 29 - Question ouverte

05:43
Wat is de functie van de celwand bij plantaardige cellen?

Slide 30 - Question ouverte