Herakles. Cultuur en grammatica van les 3 en 4

Leesvragen
Maak voor beantwoording van deze vragen gebruik van
TB p. 5 tot en met 34.

De vragen gaan zowel over cultuur (de opdrachten van Herakles) als grammatica (tekst 4a).


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Leesvragen
Maak voor beantwoording van deze vragen gebruik van
TB p. 5 tot en met 34.

De vragen gaan zowel over cultuur (de opdrachten van Herakles) als grammatica (tekst 4a).


Slide 1 - Diapositive

Kijk goed naar het beeld hiernaast
De eerste twee vragen gaat over dit beeld.

Vul je antwoord in, en controleer jezelf vervolgens door te klikken op 'toon uitleg'.

Slide 2 - Diapositive

Hier zie je Herakles nadat hij de leeuw heeft verslagen.

Hoe kun je dat zien aan het beeld?

Slide 3 - Question ouverte

Waarom heeft Herakles de huid van de leeuw gestroopt en bewaard?

Slide 4 - Question ouverte

Waar woonde de leeuw?
A
in Mykene
B
in Lerna
C
in Athene
D
in Nemea

Slide 5 - Quiz

De volgende vragen gaan over de hydra

Pak TB p. 30 en 31 erbij

Slide 6 - Diapositive

Hiernaast zie je een fragment van een Griekse afbeelding van de hydra.
Noteer het regelnummer uit tekst 4A dat het beste weergeeft wat op dit plaatje te zien is.



Slide 7 - Question ouverte

Waar woonde de hydra?
A
in Mykene
B
in Lerna
C
in Athene
D
in Nemea

Slide 8 - Quiz

Het Griekse woord το ὕδωρ betekent 'water'.
Waar leefde de hydra?
A
op een berg
B
in een woestijn
C
in een moeras
D
onder de grond

Slide 9 - Quiz

Het Griekse woord το ὕδωρ betekent 'water'.

Wat is het woordgeslacht van dat woord?



Slide 10 - Question ouverte

Waarom moest Herakles de hydra doden?
A
de hydra verwoestte het land
B
de hydra at mensen
C
de hydra vergiftigde het water
D
het bloed van de hydra had magische krachten en was veel geld waard

Slide 11 - Quiz

Met welk wapen viel Herakles de hydra eerst aan?
A
zijn knots
B
zijn pijl en boog
C
zijn zwaard
D
zijn fakkel

Slide 12 - Quiz

De volgende vragen gaan over de grammatica van tekst 4a.
Houd je Griekse tekst bij de hand.

Slide 13 - Diapositive

Wat is het naamwoordelijk deel van het gezegde in tekst 4a, regel 1 tot en met 3?
A
Λέρναν
B
μεγάλη ὔδρα
C
θηρίον
D
θηρίον δεινόν

Slide 14 - Quiz

Wat is het naamwoordelijk deel van het gezegde in tekst 4a, regel 6 en 7?
A
μέγαλη
B
μεγάλη + φοβερά
C
μίαν κεφαλὴν
D
ἐννέα

Slide 15 - Quiz

De volgende vraag is een sleepvraag

Je gaat woorden sorteren op woordsoort.
Sleep de Griekse woorden die je onderaan ziet staan, naar het vak met de juiste woordsoort.
TIP 1: Begin met de woordsoorten die je het beste kent.
TIP2: Er is ook een nieuwe woordsoort die we nog niet eerder hebben behandeld. Daar kun je beter niet mee beginnen. Kijk welke woorden overblijven!

Slide 16 - Diapositive

βαίνει
φοβερά
μακρόν
κεφαλὴν
δεινὴν
ἔπειτα
νέα
λαμβάνει
μεγάλη
Λερναν
ζητεῖ
τέλος
δεινὸν
τότε
ποιεῖ
τὴν χώραν
bijwoord van tijd
bijvoeglijk naamwoord
persoonsvorm
zelfstandig naamwoord

Slide 17 - Question de remorquage

De volgende vragen gaan over de Stymfalische vogels

Lees eerst TB p. 32

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Welke twee middelen gebruikte Herakles volgens de tekst om de Stymfalische vogels te doden?



Slide 20 - Question ouverte

Zoom in op het detail hier rechts.
Herakles gebruikt hier een ander wapen dan in de tekst wordt genoemd.
Waarmee doodt hij de vogels op deze afbeelding?


Slide 21 - Question ouverte

Herakles' outfit verwijst naar een van zijn andere taken. Welke?
A
de stallen van koning Augias
B
de hydra
C
het Erymantische everzwijn
D
de leeuw

Slide 22 - Quiz

De volgende vragen gaan over Griekse heldenverering.

Lees eerst TB p. 34

Slide 23 - Diapositive

Zoom in op het detail hier rechts.
In de rode cirkel zie je Herakles.
Voor hem loopt Hermes (blauw) en zit Dionysos (groen).
Welke gebeurtenis wordt hier afgebeeld?

Slide 24 - Question ouverte

Zoom in op het detail hier rechts.

Wat voort soort handeling wordt hier verricht?

Slide 25 - Question ouverte