Les 2 - persoonsvorm verleden tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

Les 2

Maak tijdens deze les aantekeningen!

Wat gaan we in deze les doen?

• Opdrachten nakijken vorige week
• Persoonsvorm verleden tijd

Doelen

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van zwakke werkwoorden correct schrijven.

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van sterke werkwoorden correct schrijven.

Welk werkwoord is zwak?

1. zwemmen
2. luchten
3. lopen
4. vertrekken

Welk werkwoord is sterk?

1. winnen
2. sprinten
3. mixen
4. blozen

Persoonsvorm verleden tijd - zwak

- Schrijf eerst de ik-vorm (tt)

- Enkelvoud? Voeg -de of -te toe

- Meervoud? Voeg -den of -ten toe

>> Maken > ik maak > ik maakte, wij maakten

>> Tekenen > ik teken > ik tekende, wij tekenden

>> Wachten > ik wacht > ik wachtte, wij wachtten

Persoonsvorm verleden tijd - zwak

- Twijfel je of je -de(n) of -te(n) moet toevoegen?

- Gebruik 't ex-kofschip of 't sexy fokschaap.

- Zit de laatste letter van de stam er wél in? >> -te(n)

- Zit de laatste letter van de stam er níét in? >> -de(n)

Verhuizen > verhuiz > ik verhuis > ik verhuisde

De bruidsjurk van Florien (slepen) over de grond.

De brandweermannen (blussen) de brand.

De mannen (proberen) met een vals briefje van €50 te betalen.

Thomas (spellen) alle woorden correct.

Suzan (spelden) ons een vreemd verhaal op de mouw.

Met één klik (vergroten) Chiel de foto op zijn beeldscherm.

(proeven) jij stiekem van de taart?

Het elftal (spelen) een fantastische wedstrijd.

Het huis (branden) tot de grond toe af.

Vivian (melden) zich af voor het feest.

Persoonsvorm verleden tijd - sterk

- Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.

- Je schrijft ze zo kort mogelijk op.

- Gebruik in de verleden tijd nóóit -dt!

Persoonsvorm verleden tijd - sterk

Vul op de volgende pagina's de juiste vorm van de persoonsvorm in de verleden tijd in. 

Alle werkwoorden zijn sterk.

Silvan (ontbijten) met yoghurt en cruesli.

De sporten (geven) commentaar op de wedstrijd.

Sterre (worden) uitgenodigd voor het galafeest.

De journalist (houden) zich niet aan de afspraak.

Alle leerlingen (vertrekken) voor de bel was gegaan.

Hailey (hebben) overal naar haar knuffel gezocht.

(vinden) jullie de toets van Duits ook zo moeilijk?

Deze vragen (lijken) best veel op die uit de vorige opdracht.

Jinthe (vertrekken) voor onbepaalde tijd naar het buitenland.

De trein naar Harderwijk (rijden) gisteren niet.

Terugblik op de doelen

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van zwakke werkwoorden correct schrijven.

😒🙁😐🙂😃

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van sterke werkwoorden correct schrijven.

😒🙁😐🙂😃