Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Wiederholung
Slide 1 - Diapositive
Noem de 9 persoonlijke voornaamwoorden in het Duits!
Slide 2 - Carte mentale
werkwoorden vervoegen
ik / jij / hij / zij (ev) / het
wij / jullie / zij (mv) / U
Slide 3 - Diapositive
IDEWIS
ENKELVOUD MEERVOUD 1. ik = ich => i 1. wij = wir => w 2. jij =du => d 2. jullie = ihr => i 3. hij = er => e 3. zij = sie => s zij = sie U = Sie het = es
Aantal vragen: welk woordje is de correcte vertaling,
en 1 vraag wordt de goede volgorde gevraagd
Slide 4 - Diapositive
(Ik) gehe in die Schule.
timer
0:15
A
Du
B
Sie
C
Ich
D
Wir
Slide 5 - Quiz
Wohnt (jullie) in einem Dorf?
timer
0:20
A
Sie
B
du
C
wir
D
ihr
Slide 6 - Quiz
(Hij) spielt Gitarre.
timer
0:15
A
Sie
B
Er
C
Ich
D
Wir
Slide 7 - Quiz
kies de goede volgorde van idewis
timer
0:23
A
ich, er , sie , es , du, wir , sie ,Sie, ihr
B
ihr, du, er, sie , es, wir , ich, sie ,Sie,
C
ich, du, er, sie, es, wir , sie ,Sie, ihr
D
ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie ,Sie.
Slide 8 - Quiz
Ezelsbruggetje
i = ich
d = du
e = er, sie, es
______________
w = wir
i = ihr
s = sie, Sie
haben en sein =>
Slide 9 - Diapositive
Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.
timer
0:20
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 10 - Question de remorquage
Wir
Ich
Du
Er
Ihr
Sie/sie
Tekst
timer
0:23
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 11 - Question de remorquage
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.