Herhaling H4 Arm en Rijk

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

Paragraaf 4.1

• Je kent een aantal kenmerken en verschillen van werk, onderwijs en gezondheidszorg over de wereld.
• Je begrijpt dat arme landen van elkaar verschillen en er binnen die landen grote verschillen zijn.
• Je kunt landen vergelijken als je kijkt naar armoede, werk en gezondheid.

Paragraaf 4.4

• Je weet wat een handelsbalans over de rijkdom van een land zegt.
• Je begrijpt waarom Nederland een koploper in de wereld is.
• Je kunt rekenen met een handelsbalans.

Welzijn

Achterblijvers (periferie)

Arbeidsintensief

Koplopers (centrumlanden)

Ontwikkelingslanden

Primaire sector

Tertiaire sector

Wat is géén vestigingsplaatsfactor?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Primaire sector

Secundaire sector

Tertiaire sector

Informele sector

Formele sector

Scharreleconomie

Vooral in 

centrumlanden

Vooral in

semi-periferie

Vooral in

periferie

Wat betekend BNP?

Wie behoren tot de beroepsbevolking?

1. Alle mensen in een land
2. Alleen mensen die tegen betaling werken
3. Alle mensen in de landbouw en industrie
4. Alle mensen die tegen betaling weren, plus werklozen

Welk begrip past hier het beste bij?

Welvaart

Welzijn

Alfabetiseringsgraad

Koopkracht

BNP/hoofd

gezondheidszorg

Armoedegrens

Geluk

Kunnen kopen wat je wil