3.6 Evolutie (22-11-'23)

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Naleven regels...
- Plaatsnemen volgens plattegrond
- telefoons in telefoontas op nummer (gebruik=lesverwijdering!)
- Stappenplan:
  1: naam op bord
  2: streepje erachter = strafwerk
  3: 2-de streepje = lesverwijdering + uur nakomen
- Grensoverschrijdens gedrag? --> direct lesverwijdering!

Slide 2 - Diapositive

BS 3.6: Evolutie

Slide 3 - Diapositive

Planning
Herhalen vorige les (10 min)
Huiswerk: 1 t/m 8 (4 niet!)
Mutaties (15 min)
Basisstof 6: Evolutie (20 min)
Opdrachten (10 min)
Oefenen voor de toets (20 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 4 - Diapositive

Opdrachten maken

  • BS 3.5: opdrachten 1, 2, 3, 5 t/m 8

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een mutatie is en hoe dit ontstaat
  • Je kunt uitleggen hoe mutagene invloeden effect hebben op organismen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
  • Dit is een vorm van voortplanting waarbij het nageslacht uit een deel van de "moeder" bestaat of uit een onbevruchte eicel.
  • vormen van ongeslachtelijke voortplanting zijn:
           - Stekken
           - Weefselkweek
           - Knollen/bollen

Slide 8 - Diapositive

Bij stekken groeit er uit een stuk van een plant weer een nieuwe plant.
Stekken

Slide 9 - Diapositive

Knollen

Slide 10 - Diapositive

Weefselkweek

Slide 11 - Diapositive

Mutatie
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype

Een organisme met een mutatie die tot uiting komt in het fenotype noemen we een mutant

Stoffen die een mutatie veroorzaken noemen we mutagene invloeden
> Voorbeelden van mutagene stoffen die kanker veroorzaken: uv-straling, asbest, sigarettenrook en röntgenstraling

Meestal heeft een mutatie alleen effect bij ééncellige organismen of wanneer deze heeft plaats gevonden tijdens of vlak na de bevruchting

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Mutatie
Een organisme met een mutatie noemen we een mutant

De stof die de mutatie veroorzaakt noemen we een mutagene invloeden

Slide 14 - Diapositive

Mutatie
Een voorbeeld van een mutatie bij mensen is kanker. 

De mutagene invloeden zijn:
  • UV straling
  • Asbest
  • Sigarettenrook

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen basisstof 6
  • Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren
  • Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt
  • Je kunt beschrijven hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten

Slide 16 - Diapositive

Soorten en rassen
  • Soort: organismen behoren tot dezelfde soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
  • Ras: een groep organismen binnen één soort die door bepaalde erfelijke eigenschappen verschilt van de rest van de soort

Slide 17 - Diapositive

Verschillende rassen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Populatie
Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten

Slide 20 - Diapositive

Hoeveel populaties zie je? En hoeveel soorten?

Slide 21 - Diapositive


Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Wanneer evolutie?
Een soort evolueert als er door natuurlijke selectie een mutant blijft voortbestaan en de oorspronkelijke vorm uitsterft
  • Bijvoorbeeld vachtkleur --> schutkleur

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Evolutie
= de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen

Gaat uit van:
  • Veranderingen in genotypen
  • Natuurlijke selectie
  • Ontstaan van nieuwe soorten
 

Slide 27 - Diapositive

Verandering in genotype
  • Bij geslachtelijke voortplanting 
  • Mutaties

Slide 28 - Diapositive

Op welke manier kunnen in een populatie andere genotypen ontstaan?
A
Door aanpassing van de fenotypen
B
Door geslachtelijke voortplanting
C
Door verandering van het milieu
D
Door ongeslachtelijke voortplanting

Slide 29 - Quiz

Natuurlijke selectie
Individuen met bepaalde gunstige eigenschappen krijgen meer nakomelingen dan individuen zonder deze erfelijke eigenschappen
  • Betere aanpassing --> grotere overlevingskans
  • Gunstig genotype--> Meer nakomelingen die zich voortplanten

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Nieuwe soort
  •  Een groep van een soort raakt geïsoleerd van de rest
  • Beide groepen ontwikkelen zich langdurig gescheiden
  • Na verloop van miljoenen jaren > Te veel verschil en zijn er 2 nieuwe soorten ontstaan

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wat hebben we geleerd?
  • Wat is evolutie?
  • Wanneer ontstaan nieuwe genotypen?
  • Wat is natuurlijke selectie? Noem voorbeeld.
  • Wat is de invloed van isolatie op het ontstaan van nieuwe soorten?

Slide 34 - Diapositive

Aan de slag...
Wat? > Maken opdracht 1 t/m 3 (blz 200)
Hoe? > In tweetallen
Hoe lang? > 10 minuten
Hulp? > Tekst van basisstof 6 geeft alle antwoorden!

Slide 35 - Diapositive

Afsluiting
Vergeet niet te leren (en begin op tijd)
Begrippen, test jezelf, opdrachten, teksten, samenvatting en afbeeldingen
Oefenen, oefenen, oefenen en nog eens oefenen

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien