Quiz Engels 3 Paul Abma

Quiz Engels 3 Paul Abma
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Quiz Engels 3 Paul Abma

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

thuis
A
hoom
B
home
C
house

Slide 3 - Quiz

kopen
A
baai
B
buy
C
sell

Slide 4 - Quiz

drankjes
A
drinkjes
B
drink
C
drinks
D
dranks

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Goedemorgen!
A
Good moorning!
B
Good morning!
C
Goed morning!
D
Good monkey!

Slide 7 - Quiz

Hoe gaat het met jou?
A
How are things with you?
B
Hau aar joe?
C
How are you?
D
How are things with joe?

Slide 8 - Quiz

Mijn grootmoeder is jarig!
A
My grandmother is birthday.
B
It's my grandpa's birthday.
C
It's my grandmothers birthday.
D
It's my mothers birthday.

Slide 9 - Quiz

Bier
A
Beer
B
Bier
C
Beir
D
Heineken

Slide 10 - Quiz

Waar ga je naartoe?
A
Where aar joe going?
B
Where are joe going?
C
Where are you koing?
D
Where are you going?

Slide 11 - Quiz

thuis
A
hoom
B
home
C
house

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Wat betekent:
I was injured.
A
Ik heb een ongeluk gehad.
B
Ik ben gewond geraakt.
C
Ik ben niet verzekerd.

Slide 14 - Quiz

Een auto-ongeluk is in het Engels ...
A
auto accident
B
car assistent
C
car accident

Slide 15 - Quiz


A
Ik heb mijn vinger gebroken.
B
Ik ben bang.
C
Ik ben bang dat ik mijn neus heb gebroken.
D
Ik ben bang dat ik mijn vinger heb gebroken.

Slide 16 - Quiz


A
Thee is lekker.
B
Pas goed op jezelf.
C
Steek air.

Slide 17 - Quiz

Wat is ziekenhuis in het Engels.
A
Supermarket
B
Sicken house
C
Hospital
D
Church

Slide 18 - Quiz