Nederlandse politiek

Hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃
1 / 23
suivant
Slide 1: Sondage
politiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Welkom bij deze les politiek.

Slide 2 - Diapositive



als de klas zou stemmen wat dan ?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Nederland heeft een
A
dictatuur
B
democratie
C
aristocratie
D
oligarchie

Slide 5 - Quiz

Welke kenmerken hebben een democratie?
A
verkiezingen
B
parlementair stelsel
C
respect voor grondrechten
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Waaruit bestaat het parlementaire stelsel?
A
Eerste kamer
B
Tweede kamer
C
de regering
D
Eerste en tweede kamer samen.

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zetels heeft de Tweede Kamer?
A
250
B
100
C
150
D
75

Slide 8 - Quiz

Welke partij is op dit moment de grootste met het meeste aantal zetels (stoelen)?
A
CDA
B
PVV
C
D66
D
VVD

Slide 9 - Quiz

Hoeveel procent van de Nederlanders die mogen stemmen komen dat ook doen?
A
95%
B
80%
C
50%
D
65%

Slide 10 - Quiz

Hoe oud moet je zijn om kandidaat te zijn voor verkiezingen?
A
14
B
16
C
18
D
22

Slide 11 - Quiz

In Nederland heb je vrijheid van meningsuiting.
A
mee eens
B
niet mee eens
C
soms
D
weet ik niet

Slide 12 - Quiz

Wat is de regeringsvorm die Nederland heeft?
A
republiek
B
absolute monarchie
C
monarchie
D
constitutionele monarchie met een parlementair stelsel

Slide 13 - Quiz

Wat is een constitutionele monarchie?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe heet het bestuur van de provincies?
A
provinciale staten
B
gedeputeerde staten
C
commissaris van de koning
D
de provincies

Slide 15 - Quiz

parlementaire stelsel.

Slide 16 - Diapositive

Ik weet al op welke partij ik zou willen stemmen. Deze partij is:

Slide 17 - Question ouverte

De regering: Alle ministers + de koning

Slide 18 - Diapositive

Het kabinet: Alle ministers en staatssecretarissen

Slide 19 - Diapositive

Het parlement: De 1e & 2e Kamer

Slide 20 - Diapositive

De regering bestaat uit ...
A
Alle ministers & de koning
B
De koning & het parlement
C
De koning
D
Het parlement en de staatssecratarissen

Slide 21 - Quiz

Het parlement bestaat uit ...
A
De 1e Kamer en de koning
B
De 2e Kamer en de koning
C
De 1e & 2e Kamer
D
De koning en de ministers

Slide 22 - Quiz

Het kabinet bestaat uit ...
A
Alle ministers en de koning
B
De koning en de staatsecretarissen
C
Het parlement en de koning
D
Alle ministers en staatssecretarissen

Slide 23 - Quiz