39-1 t/m 4: Persoonlijk verslag beoordelen, leesles en fictie

Welkom!
Vandaag:

Oefentoets persoonlijk verslag van elkaar bekijken met het beoordelingsformulier.

Daarna: Lezen.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Vandaag:

Oefentoets persoonlijk verslag van elkaar bekijken met het beoordelingsformulier.

Daarna: Lezen.

Slide 1 - Diapositive

Aandachtspunten:
Alinea's en deelonderwerpen
Kernzinnen
5 w+h vragen
Titel
Inleiding-kern (middenstuk)-slot
Feiten/eigen ervaringen/gevoelens

Slide 2 - Diapositive

Aandachtspunten:
Hoofdletters, leestekens
Woorden foutloos
Goede zinsbouw
4x verwijswoord: deze, die, dit, dat
4xverbindingswoord

Slide 3 - Diapositive

Hoe je nakijkt:
- Met gekleurde potloden of stiften (kijk uit voor foutjes met een stift).
- Omcirkel het aantal punten dat je geeft.
- Omcirkel de vier verwijswoorden die je ziet met een kleur.
- Omcirkel de vier voegwoorden die je ziet met een andere kleur.
- Omcirkel spelfouten of vergeten hoofdletters en leestekens die je ziet weer met een andere kleur.
- Tel de punten op en deel door 10: dit is het cijfer.
Kijk eerlijk na! Je helpt de ander hier mee!

Slide 4 - Diapositive

Alinea's en deelonderwerpen
Kernzinnen
5 w+h vragen
Titel
Inleiding-kern (middenstuk)-slot
Feiten/
eigen ervaringen/
gevoelens
Hoofdletters, 
leestekens
Woorden foutloos
Goede zinsbouw
4x verwijswoord: deze, die, dit, dat
4x voegwoord
200 woorden= iets meer dan 1,5 A4

Slide 5 - Diapositive

Welkom!
Leesles.

Slide 6 - Diapositive

Huiswerk
Lees minimaal 20 bladzijden uit je leesboek. Meer mag altijd!
Maak alvast een korte samenvatting van ongeveer 10 regels van wat je tot nu toe hebt gelezen. Dit typ je in Word en sla je op.

Slide 7 - Diapositive

Welkom!
Zet jouw iPad open op de samenvatting die je moest maken.

Leg jouw boek alvast op blz. 64.

Slide 8 - Diapositive

Vandaag
Fictie en non-fictie.

Wat weet je er al van?

Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen.
Je kunt bepalen in hoeverre personages en gebeurtenissen realistisch zijn.

Slide 10 - Diapositive

Fictie is verzonnen.
Doel: amuseren.
Soorten:
fantasieverhaal
realistisch

Slide 11 - Diapositive

Lezen 
We lezen tekst 1 klassikaal. 

Tekst 2 lees je samen: om de beurt een alinea hardop.

Slide 12 - Diapositive

Vandaag
Maken/huiswerk:
Blz. 64 opdracht 1 t/m 3.

Slide 13 - Diapositive

Welkom! 
Leg je boek alvast 
op blz. 69.

Slide 14 - Diapositive

Terugblik
Waar ging de vorige les over?

Slide 15 - Diapositive

Wat is fictie?

Wat is non-fictie?

Verschil realistisch en fantasieverhaal?

Slide 16 - Diapositive

Fictie is verzonnen.
Doel: amuseren.
Non-fictie is informatief en echt.
Soorten:
fantasieverhaal
realistisch

Slide 17 - Diapositive

Vandaag
Verder met fictie:
blz. 69
Personages en perspectief

Slide 18 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
- verschillende emoties in een verhaal herkennen,
- je verplaatsen in een personage en uitleggen hoe hij/zij zich voelt,
- personages beschrijven.

Slide 19 - Diapositive

Personages
- Alle personen in het verhaal.
- Hoofdpersoon=het belangrijkst.
- De rest= bijfiguur.

Slide 20 - Diapositive

Perspectief
Vanuit wie zijn hoofd/gedachten je meekijkt.
ik
hij/zij
wisselend

Slide 21 - Diapositive

Perspectief
Inleven=
je kunt je iets voorstellen.

Meeleven=
je hoopt hetzelfde als het personage.

Slide 22 - Diapositive

Maken/huiswerk
Blz. 69 opdracht 1 t/m 4.

Slide 23 - Diapositive