Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 35 min
Instructions
Dit is een les uit de doorlopende leerlijn 'De Filmfabriek'. Deze filmleerlijn bestaat uit 8 lessen, waarin de klas een eigen korte film leert maken.
Éléments de cette leçon
GROEP 1/2
LES 1: Filmgeschiedenis - stomme film
Slide 1 - Diapositive
Inhoud
Introductie
Informatie: Stomme film
Opdracht: welke emotie zie je op de film?
Opdracht: welke grapjes zie je?
Bespreek kort de lessen die gaan komen.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
- Wat vind jij een stomme film? Waarom?
- Wat betekent 'stomme film' ook wel?
Introductie
Slide 4 - Diapositive
Bekijk de volgende film
Het is... Charlie Chaplin in de leeuwenkooi
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Welke emotie had Charlie Chaplin in de film?
A
bang en stoer
B
bang en blij
C
bang en boos
D
bang en verdrietig
Slide 7 - Quiz
- Is het filmpje vroeger gemaakt, of nu? Waarom
denk je dat?
Introductie
Ontdek het snel op de volgende slide!
Slide 8 - Diapositive
Welke antwoorden hebben met deze soort oude films te maken?
A
het is zwart wit
B
er zijn grapjes
C
er wordt niet gepraat
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 9 - Quiz
X
Stomme film
Geluid
Stomme films hebben geen geluid. Alleen beeld.
De dikke en de dunne
Oliver Hardy speelt 'de dikke' en Stan Laurel speelt 'de dunne'. Deze acteurs doen alsof ze dom zijn (maar dat zijn ze dus niet in het echt).
Slapstick
Slapstick is een genre (stijl/categorie) met veel 'lichamelijke grapjes'. Bijv. uitglijden over een banaan, per ongeluk een taart in iemands gezicht duwen of tegen een glazen deur aanlopen.
Charlie Chaplin
Charlie Chaplin was één van de meest beroemde acteurs van de hele wereld. Acteurs spelen 'toneeltje' en doen alsof. Charlie Chaplin speelde bijvoorbeeld vaak een grappige zwerver, maar was zelf (in het echt) geen zwerver.
Charlie Chaplin maakte zelf ook veel korte stomme films. Hij was dus ook een filmmaker. De films die hij maakte en waar hij ook in speelde waren altijd heel grappig en bevatten veel 'slapstick' (lichamelijke grapjes).
Titelkaarten
Omdat er geen geluid bij stomme films was, werd er tekst toegevoegd aan een stomme film, zodat bezoekers toch begrepen waar de film over gaat. Deze teksten noemen we titelkaarten.
Zwart/wit
Vroeger waren alle films en tv-programma's in het zwart/wit. Pas later kon er in kleur gefilmd worden. Omdat de stomme film heel oud is, waren de ook alijd in zwart/wit.
Slide 10 - Diapositive
- Welke grapjes zie je in de volgende slide?
Stomme film slapstick
Slide 11 - Diapositive
Welke grapjes heb je gezien?
Slide 12 - Question ouverte
https://www.youtube.com/watch?v=b8WWFLVvZfc
Slide 13 - Diapositive
Les 1 = Geschiedenis
Les 2 = Verhaal
Les 3 = Reclame
Les 4 = Personages en acteren
Les 5 = Art direction (attributen, kleding, etc.)
Les 6 = Muziek en geluid
Les 7 = Filmen
Les 8 = Montage
Informatie: De Filmfabriek
Rolverdeling
Welke les lijkt je het leukste? Waar wil je het meeste over weten? Waar wil je verantwoordelijk voor zijn?
Iedereen zal elke les volgen, maar welke rol wil je hebben tijdens dit project/tijdens het filmen?
Slide 14 - Diapositive
Doe de sleepvraag op de volgende slide.
Welke plaatjes horen bij vroeger en welke bij nu?
Stomme film
Info voor de leerkracht
Zet 'devices in de klas' uit. Je kunt de vraag klassikaal op het digibord doen. Bepaal zelf of je één specifieke leerling de beurt geeft om het antwoord te bepalen, om ga voor 'meeste stemmen gelden'.
Nadat je de plaatjes naar de vakken 'vroeger' of 'nu' hebt gesleept, druk je op 'controleren'. Bespreek de foute antwoorden.
Slide 15 - Diapositive
VROEGER
NU
Slide 16 - Question de remorquage
Wat heb je in deze les geleerd? S Schrijf twee dingen op.